Préhistorie les 2

Préhistorie
  • de eerste boeren
  • de steentijd
  • de bronstijd 
  • de ijzertijd
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Préhistorie
  • de eerste boeren
  • de steentijd
  • de bronstijd 
  • de ijzertijd

Slide 1 - Slide

Wat betekent het woord:
pré-historie?

Slide 2 - Open question

de eerste boeren

Slide 3 - Mind map

De tijdbalk

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ergens in de periode van de préhistorie
veranderde de levenswijze van de nomaden........... ze gingen leven als boeren: 
  • ze kozen een vaste woonplaats
  • ze gingen planten verbouwen zoals granen
  • ze gingen dieren tam maken (huisdier: de hond)
  • ze gingen nuttige dieren in stallen houden (koe)

Slide 6 - Slide

Waar woonden de boeren?
  • De boeren hadden wel een vaste woonplaats.
  • Daar hadden zij:
  1. water.
  2. een eigen gebouwd huis van hout, riet, klei e.d.
  3. een stal, vaak in het huis.
  4. huisdieren, zoals koeien, geiten, een hond.
  5. voedsel zoals bessen uit de omgeving en eigen verbouwd voedsel zoals graan.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat was het werk van de mannen?
  • het onderhoud van de huizen
  • het maken van hun gereedschappen en wapens
  • het bewaken van het dorp en de jacht
  • eigen taken zoals een smid in de bronstijd en ijzertijd
  • potten bakken
  • sjamaan, hoofdman 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk werk deden de mannen NIET?
A
jagen
B
dieren verzorgen
C
het dorp bewaken
D
kleding maken

Slide 15 - Quiz

Deed iedere man hetzelfde werk?

Slide 16 - Open question

Wat was het werk van de vrouwen?
  • eten zoeken en verzamelen in de omgeving.
  • eten verbouwen en zorgen voor de tuin.
  • koken.
  • kleding maken.
  • gereedschappen en materialen voor het koken en naaien maken, zoals potten bakken

Slide 17 - Slide

Potten bakken
Klei uit de rivier kon een mooie kom of kruik worden. Niet te dun, het moet tegen een stootje kunnen. Afbakken in de zon of bij het vuur...

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welk werk deden de vrouwen NIET?
A
kleding maken
B
gereedschappen maken
C
koken
D
het dorp bewaken

Slide 20 - Quiz

Op potscherven zien we allerlei versieringen. Waarom hebben de mensen de potten versierd?
A
Omdat kale potten lelijk zijn.
B
Omdat ze zo konden laten zien bij welke groep ze hoorden.
C
Omdat ze het mooi vonden.
D
De versiering ontstaat vanzelf bij het bakken.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Waarom bouwden de mensen vroeger hunebedden?
A
ze gebruikten het als graven voor de doden.
B
zodat de kinderen erop konden spelen.
C
dat deden de mensen niet, maar de reuzen
D
ze vonden het mooi.

Slide 27 - Quiz

We weten best veel over de manier van leven van deze mensen. Hoe kan dat ?
A
We kijken naar de leefwijze van volken nu
B
We vinden allerlei resten in de grond
C
We lezen erover
D
We zien films erover

Slide 28 - Quiz

Zijn er nog volken op de wereld NU, die op dezelfde manier leven? Welke?

Slide 29 - Open question