14 a. Ze is acteur op een Halloween-evenement (dit zie je pas in de kern, 2e alinea)
14 c. Wolters zet technieken in om haar publiek te verrassen.
14 d. "Om te ... heen." (r. 39 t/m 41)
14 e. Het is een bevestiging voor haar dat (1) ze het goed doet en (2) dat haar kostuum en technieken goed zijn.