Paragraaf 4.1 - opdrachten deel 1

blauw=rijk; geel= gemiddeld; rood=arm
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

blauw=rijk; geel= gemiddeld; rood=arm

Slide 1 - Slide

Gebruik het internet (thuis) of de atlas (in de klas) voor het opzoeken van de locatie van landen. Gebruik de foto op de vorige slide en geef van de volgende 8 landen aan of zij "arm", "gemiddeld" of "rijk" zijn: 1) IJsland, 2) Mozambique, 3) Peru, 4) Brazilië, 5) China, 6) Mali, 7) Nieuw-Zeeland, 8) Zuid-Korea

Slide 2 - Open question

Sinds 1990 leven steeds minder mensen in de wereld onder de armoedegrens. Dat komt vooral door de snelle groei van de welvaart in India en China.
Waarom heeft de groei in China en India zo veel invloed op de daling van de armoede in de hele wereld?

Slide 3 - Open question

Geef op de komende 4 slides aan of de uitspraak juist of onjuist is. Gebruik de bron.

Slide 4 - Slide

Uitspraak 1: Armoede komt niet in Noorwegen voor.

Slide 5 - Open question

Uitspraak 2: De armste landen liggen vooral in Afrika

Slide 6 - Open question

Uitspraak 3: De rijkste landen zijn allemaal olielanden

Slide 7 - Open question

Uitspraak 4: Australië is efficiënter is het bedrijven van landbouw dan Malawi

Slide 8 - Open question

Waarom leidt beter en meer onderwijs tot een hoger salaris?

Slide 9 - Open question

Stel, in een land wordt in totaal 50 miljard euro per jaar verdiend. Er wonen 1 miljoen mensen. Dit betekent dat een persoon gemiddeld 50.000 euro per jaar verdient. Geef 2 redenen waarom je niet zo 1-2-3 kunt zeggen dat dit land rijk is.

Slide 10 - Open question