Ansichtkaart schrijven

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Oefenen 
Eerst oefenen we met het werkblad. 
Kijk goed waarmee je een ansichtkaart begint en afsluit. 

Slide 2 - Slide

Stap 1: eerst in het klad
Je gaat een tekst schrijven over een stad. Bijvoorbeeld: hoe het weer daar is, wat je allemaal hebt gezien enzovoort. Je mag het helemaal zelf bedenken. Maar voordat je het op een echte ansichtkaart gaat schrijven ga je het eerst voor jezelf op het blad schrijven. Een eerste versie. 

Slide 3 - Slide

Stap 2: checken
Laat je geschreven tekst checken. Vraag een docent om te kijken of  er spelfouten in je tekst staan. Deze kan je in je klasversie nog verbeteren!! 

Slide 4 - Slide

Stap 3: het echte werk 
Je klasversie is helemaal goed! Nu kan je het gaan overschrijven op een ansichtkaart. In de volgende slide zie je een voorbeeld. Aan de linkerkant schrijf je de tekst die je hebt geschreven, en aan de rechterkant schrijf je de naam van de persoon aan wie je hem stuurt. Als je het adres weet of kan zoeken kan je deze ook invullen. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat moet er op staan?
Op de achterkant van een ansichtkaart schrijf je een stukje tekst over jouw stad. Bijvoorbeeld:
Wat er allemaal te zien is.
Wat het weer is.
Wat een mooie plek is.
Waar je lekker kunt eten.

Slide 7 - Slide

Stap 4: de voorkant 
Yeaah de achterkant is af! Nu mag je de voorkant gaan maken. Zoek eens op internet ansichtkaarten op van jouw land. Wat laten ze zien van het land? Aan de voorkant ansichtkaart moet duidelijk worden uit welk land de kaart komt! 
Succes!! Hierna volgen een paar voorbeelden... 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide