This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H7 Directe en indirecte kosten
wat heb je nodig?
- Boek 124
- Werkboek 161
- Schrift/pen/rekenmachine
- Laptop
Slide 1 - Slide
wat gaan we doen?
een stukje herhaling
uitleg 7.1 en 7.2
HW K 1 t/m 6 & R1,2,3
Slide 2 - Slide
Hint
Denk aan de opdracht van de Mc Donald's. wat moest je ook alweer uitrekenen en hoe deed je dit?
timer
2:00
welke kostsoorten van H-7 ken je nog
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Directe kosten
kosten waarvan je precies kan weten voor welk product ze gemaakt zijn.
Indirecte kosten
kosten die niet direct toe te wijzen zijn aan een product
Slide 5 - Slide
homogene en heterogene productie
homogene productie
1 product in grote hoeveelheden
alle kosten hebben te maken met dat product
kosten zijn directe kosten
Slide 6 - Slide
homogene en heterogene productie
heterogene productie
productie van verschillende producten
niet alle kosten zijn direct toe te wijzen aan een product
kosten zijn directe of indirect
Slide 7 - Slide
timer
2:00
Noem twee voorbeelden van directe kosten (twee minuten)
Slide 8 - Mind map
timer
2:00
Noem twee voorbeelden van indirecte kosten (twee minuten)
Slide 9 - Mind map
Maak K 1 t/m K5
Slide 10 - Slide
primitieve opslagmethode
Percentage van de inkoopwaarde = Totale indirecte kosten / totale directe kosten x 100
Percentage van de directe loonkosten = Totale indirecte kosten / directe loonkosten x 100
Percentage van de totale directe kosten = Totale indirecte kosten / totaal van alle directe kosten x 100
Slide 11 - Slide
Kostprijs berekenen
Kostprijs = directe kosten + (directe materiaalkosten x opslagpercentage)
Kostprijs = directe kosten + (directe loonkosten x opslagpercentage)
Kostprijs = directe kosten + (directe totale kosten x opslagpercentage)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Maak een foto van R4
Slide 14 - Open question
• Het totale directe materiaalverbruik is € 100.000. • De totale directe loonkosten bedragen € 120.000. • De totale indirecte kosten zijn € 60.000. Bereken het opslagpercentage om de indirecte kosten te dekken als die worden uitgedrukt in een percentage van de directe materiaalkosten.
Slide 15 - Open question
In een product zit voor € 22 aan materiaal en € 27,50 aan loonkosten.
Bereken de kostprijs waarbij je een opslagpercentage voor indirecte kosten hanteert uitgedrukt in een percentage van de totale directe materiaalkosten.
Slide 16 - Open question
Met de primitieve opslagmethode...
A
deel je de indirecte kosten toe aan een product via 1 opslag
B
deel je de indirecte kosten toe aan een product via meerdere opslagmethoden
Slide 17 - Quiz
HW K 1 t/m 5, R 1 t/m 4
Slide 18 - Slide
Als een onderneming verschillende producten maakt, noemen we dat
A
homogene massaproductie
B
heterogene productie
C
Primitieve methode
Slide 19 - Quiz
volgende keer
maandag:
K 1, 4 en 5 bespreken
dinsdag :
uitleg over
- verfijnde opslagmethode
- opslagmethode bij een dienstverlenende onderneming