2M1 - H3 herhalingsvragen

Herhalingsvragen H3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalingsvragen H3

Slide 1 - Slide

§3.1 'De Eerste Wereldoorlog'

Slide 2 - Slide


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 3 - Quiz

Welke moord was de
aanleiding voor het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk, Franz Ferdinand

Slide 4 - Quiz

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen en de Geallieerden tegen elkaar.

Welke landen hoorden toen bij welk bondgenootschap?

Sleep de bondgenoten naar de juiste plek.

Geallieerden
Geallieerden
Geallieerden
Centralen
Centralen
Centralen

Slide 5 - Drag question

➤Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij: 
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.

Slide 6 - Drag question

De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
de atoombom, de auto, de duikboot
B
het vliegtuig, de auto, de duikboot
C
het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
de atoombom, het gifgas, de duikboot

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het vredesverdrag waarmee er een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog?
A
De vrede van Versailles
B
De vrede van Parijs
C
De vrede van Berlijn
D
De vrede van Londen

Slide 8 - Quiz

Veel zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

Welk argument hoort bij deze mening?
A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.

Slide 9 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
...
...
...
...
...
...

Slide 10 - Drag question

§3.2 'Volkeren en staten'
NIEUW

Slide 11 - Slide

In welk jaar wordt het Verdrag van Versailles gesloten?
A
1914
B
1916
C
1918
D
1919

Slide 12 - Quiz

Noteer de drie belangrijkste afspraken van het Verdrag van Versailles.

Slide 13 - Open question

 In het verdrag van Versailles zie je allerlei wensen van Frankrijk en Engeland terug. Maak de juiste combinaties.
Duitsland krijgt de schuld van de schade die door de oorlog is ontstaan.
Duitsland mag nooit een wereldmacht worden.
Duitsland mag nooit meer oorlog voeren.
Duitsland mag geen gevaar voor Frankrijk meer zijn. 
1  Duitsland moet zijn kolonies afstaan.
2  Het Duitse leger mag niet meer dan 100.000 man sterk zijn.
3  Duitsland mag geen soldaten in het Rijnland plaatsen. 
4  Duitsland moet herstel-betalingen doen. 

Slide 14 - Drag question

Wat is een veelvolkerenstaat?
A
Een staat die is opgericht door meerdere volkeren.
B
Een staat waar veel volkeren werken.
C
Een staat waarin meerdere volkeren leven.
D
Een staat waar de koning woont.

Slide 15 - Quiz

Wat is een natiestaat?
A
Een land met nazi's
B
Een staat met meerdere naties
C
Een natie met meerdere volkeren
D
Een staat voor één eigen volk

Slide 16 - Quiz

§3.4 'De crisistijd'
NIEUW

Slide 17 - Slide

§3.5 'Communisme in Rusland'
NIEUW

Slide 18 - Slide

4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen 
De goden konden om advies gevraagd worden
Een vrouw werd "bezeten" en priesters leggen de boodschap uit
Deze boodschap noemen we een orakel
De belangrijkste was het orakel van Delphi
3.5 Communisme in Rusland

Slide 19 - Slide