H2.4 - Herhaling hoofdstuk (les 2)

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en pak een gesloten laptop op tafel.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en pak een gesloten laptop op tafel.

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en pak vast een gesloten laptop op tafel. 

Slide 2 - Slide

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen voor vandaag

Slide 4 - Slide

2.1 Stoffen

Leerdoelen
Vraag jezelf nu eens af: 

1. Kan je vier stofeigenschappen noemen ?
2 Kan je stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen?
3 Kan je uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn?
4 Kan je de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. (PLUS)

Slide 5 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Hardheid 
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Geleidbaarheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 6 - Slide

Lesdoelen 2.2

Wat is het verschil tussen mengsels en zuivere stoffen?

Wat is een oplossing? 

Wat is het verschil met een suspensie?



Slide 7 - Slide

Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.

Slide 8 - Slide

leerdoel 2.2 
Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.

Slide 9 - Slide

Extraheren en filtreren

Slide 10 - Slide

massa, dichtheid, volume
2.3.1 Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
2.3.2 Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
2.3.3 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.
2.3.4 Je kunt het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen.
2.3.2 Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.
2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft.






Slide 11 - Slide

Alles om ons heen bestaat uit stoffen.
Stoffen kun je opdelen in twee groepen, welke twee groepen zijn dit?

Slide 12 - Open question

Sleep de stof naar de juiste groep.
Zuivere stof
Mengsel
Lucht
Melk
Thee
Goud
Kraan-water
Modder
Suiker

Slide 13 - Drag question

Noem drie voorbeelden van een stof

Slide 14 - Open question

Wat zijn 2 stofeigenschappen van hout
A
Geur en smaak
B
Hout is een isolator en is brandbaar
C
Hout is goedkoop en duurzaam
D
Hout drijft en is makkelijk te bewerken

Slide 15 - Quiz

suiker in water geeft een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 16 - Quiz

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 17 - Quiz

Noem 4 stofeigenschappen

Slide 18 - Open question

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over.
schadelijk
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig

Slide 19 - Drag question

Wat is een oplossing?

Slide 20 - Open question

Een oplossing is altijd
A
Kleurloos
B
Troebel
C
Helder
D
Wit

Slide 21 - Quiz

Ik heb een oplossing van water en zout. Ik wil dit van elkaar scheiden.
Welke scheidingsmethode kan ik hiervoor gebruiken?
A
Filtreren
B
Zeven
C
Extraheren
D
Allemaal niet

Slide 22 - Quiz

Ik heb een suspensie van thee met theebladjes.
Ik ga dit filtreren. Wat is het residu?
A
Thee
B
Theeblaadjes
C
Theeblaadjes en kleurstof
D
Water

Slide 23 - Quiz

Koppel de juiste woorden aan een plaatje/begrip.
Oplosmiddel
Opgeloste stof
Residu
Filtraat
Water
Geur
Kleur
Smaak
Koffie

Slide 24 - Drag question

Aan welke stofeigenschap kun je water herkennen?

Slide 25 - Open question

Beschrijf zo goed mogelijk wat het verschil is tussen een oplossing en een suspensie.

Slide 26 - Open question

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga aan de slag met de diagnostische toets. De vind je onder ''afsluiting'' van H2

Hoe? Je mag fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Maak de test jezelfs van alle paragraen af.

Slide 27 - Slide