Niet aangeboren hersenletsel (NAH)

Niet aangeboren hersenletsel (NAH)





Eindopdracht doelgroepen. Anne de Louw, Aukje Keetels en Silke Rikken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DramaMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Niet aangeboren hersenletsel (NAH)





Eindopdracht doelgroepen. Anne de Louw, Aukje Keetels en Silke Rikken

Slide 1 - Slide

Ons doel
 ONS DOEL IS OM ONZE KLASGENOTEN TIJDENS DE LES DOELGROEPEN TE INFORMEREN OVER NIET AANGEBOREN HERSENLETSEL DOOR MIDDEL VAN EEN LESSON UP.

Slide 2 - Slide

Wat is niet aangeboren hersenletsel?
A
Schade aan de hersenen die na de geboorte zijn ontstaan.
B
Schade die je oploopt door een moeilijke bevalling.
C
Schade tijdens de geboorte.

Slide 3 - Quiz

Wat is Niet- aangeboren hersenletsel?

Als er in de loop van je leven schade aan je hersenen ontstaat, dan heet dat niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Deze schade kan bijvoorbeeld ontstaan door een verkeersongeluk of beroerte.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is de afkorting van Niet aangeboren hersenletsel?

Slide 6 - Open question

Traumatische hersenletsel
 Niet-traumatisch hersenletsel.
Vormen van Niet-aangeboren hersenletsel?
Traumatische hersenletsel
Niet traumatische hersenletsel

Slide 7 - Slide

Traumatisch hersenletsel ontstaat door een klap tegen je hoofd. Dit zijn 2 vormen van traumatisch hersenletsel:
Traumatisch hersenletsel ontstaat door een klap tegen je hoofd. Dit zijn 2 vormen van traumatisch hersenletsel:
Hersenschudding: Door een hersenschudding kun je je misselijk, moe, duizelig of in de war voelen. Ook kun je hoofdpijn hebben, en moeite met onthouden en slapen. Meestal word je binnen een paar weken tot maanden weer helemaal beter.
Hersenkneuzing: De klachten van een hersenkneuzing lijken op die van een hersenschudding, maar gaan vaak niet meer weg. Er zijn vaak problemen met zien, begrijpen en onthouden. Ook kun je moeite hebben met het bewegen van een deel van je lichaam.

Slide 8 - Slide

Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in je lichaam. Dit zijn verschillende vormen van niet-traumatisch hersenletsel:
Beroerte: Door een beroerte kan één kant van je lichaam verlamd raken. Ook kun je problemen met praten, zien en onthouden krijgen. Een beroerte komt meestal voor bij volwassenen boven de 65 jaar.
Hersentumor :De meeste patiënten met een hersentumor hebben last van hoofdpijn en epilepsie. Ook hebben zij vaak problemen met zien, horen, voelen, bewegen en denken.

Slide 9 - Slide

Hersenontsteking (encefalitis) : De kenmerken van een hersenontsteking lijken erg op die van een hersenvliesontsteking. Het verschil is dat een hersenontsteking zich vaak minder snel ontwikkelt. In de loop van dagen tot weken krijg je langzaam steeds meer klachten.
Hersenvliesontsteking (meningitis) : Hersenvliesontsteking ontstaat door een virus of bacterie. Je krijgt plots koorts, ernstige hoofdpijn en een stijve nek. Soms lukt het niet meer om wakker te blijven. Vaak ben je ook in de war of vergeet je dingen snel.
NAH door te weinig zuurstof :In bepaalde situaties kunnen je hersenen niet genoeg zuurstof krijgen en daardoor schade oplopen. Dit proces kan plots gebeuren, bijvoorbeeld na een hartstilstand of als je bijna verdrinkt. Maar het kan zich ook langzamer ontwikkelen. Bijvoorbeeld nadat je giftige stoffen hebt ingeademd.

Slide 10 - Slide

Hersenontsteking (encefalitis) : De kenmerken van een hersenontsteking lijken erg op die van een hersenvliesontsteking. Het verschil is dat een hersenontsteking zich vaak minder snel ontwikkelt. In de loop van dagen tot weken krijg je langzaam steeds meer klachten.
Hersenvliesontsteking (meningitis) : Hersenvliesontsteking ontstaat door een virus of bacterie. Je krijgt plots koorts, ernstige hoofdpijn en een stijve nek. Soms lukt het niet meer om wakker te blijven. Vaak ben je ook in de war of vergeet je dingen snel.
NAH door te weinig zuurstof :In bepaalde situaties kunnen je hersenen niet genoeg zuurstof krijgen en daardoor schade oplopen. Dit proces kan plots gebeuren, bijvoorbeeld na een hartstilstand of als je bijna verdrinkt. Maar het kan zich ook langzamer ontwikkelen. Bijv nadat je giftige stoffen hebt ingeademd.
Neuroborreliose (ziekte van Lyme): Als een besmette teek je bijt, dan kun je de ziekte van Lyme krijgen. Dit kan leiden tot allerlei klachten, zoals een scheef gezicht, een pijnlijke arm of been, of een hersenvliesontsteking.

Slide 11 - Slide

Wat zijn de gevolgen?
De gevolgen van hersenletsel zijn, net als de oorzaken, zeer divers. Dat komt omdat een deel van je hersenen zijn beschadigd, maar elk deel heeft andere taken. Elke beschadiging heeft dus andere gevolgen. Sommigen zijn zeer zichtbaar, zoals slecht spreken of lopen. Anderen spelen meer van binnen, bijvoorbeeld slechte concentratie of moeite met plannen.

Slide 12 - Slide

Hoe denk je dat je mensen met NAH kan begeleiden?

Slide 13 - Open question

Passende ondersteuning en begeleiding.
- Actief luisteren, neem de tijd om te luisteren zo leer je de behoefte te begrijpen.
- Individuele aanpak, pas je ondersteuning aan, aan de behoefte van de client.
- Geduld en begrip. Mensen met NAH kunnen te maken hebben met cognitieve, emotionele en fysieke uitdagingen. Wees geduldig en begripvol.

Slide 14 - Slide

Passende ondersteuning en begeleiding.
- Empowerment. Moedig de persoon met NAH aan om zelf keuzes te maken en zelfstandigheid te bevorderen. Zoals het ontwikkelen van vaardigheden zodat ze hun leven opnieuw kunnen opbouwen. 
-  Netwerk en samenwerking. Werk samen met andere professionals, zoals therapeuten, artsen en familieleden.

Slide 15 - Slide

Behoeftes van de doelgroep. 
- Rust en structuur.
- Hulp van een zorgverlener.
- Inlevingsvermogen.

Slide 16 - Slide

Familie over NAH.
Om eerlijk te zijn het is vermoeiend en zeker niet leuk. Je moet je namelijk continu aanpassen. Als ik me niet genoeg  aanpas of teveel prikkels geef stort mama in en is haar batterij leeg. De begeleiding die mama nu krijgt vind ik erg fijn. Elke dag opnieuw leer ik dingen over mama.  

Slide 17 - Slide

Wat vonden jullie van de les? Hebben jullie verbeterpunten? Wat hebben jullie geleerd.

Slide 18 - Open question