lesson 10

UNIT 2 - LESSON 10
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

UNIT 2 - LESSON 10

Slide 1 - Slide

Plan
  • Terugblik
  • Leerdoel
  • Instructie
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat staat er in de toekomst op de planning?
  • hoofdstuk toets unit 2 (31 oktober)

Slide 3 - Slide

ELKE VRAAG HEEFT EEN TIMER!


Je krijgt 10 sec. om een vraag te beantwoorden!

Slide 4 - Slide

MAAK DE ZIN AF:
Josie ... at school. (not)
A
am not
B
are not
C
is not
D
have not

Slide 5 - Quiz

MAAK DE ZIN AF:
My parents .... home right now. (not)
A
is not
B
are not
C
am not

Slide 6 - Quiz

They ... (hebben niet) another book.
A
haven't got
B
hasn't got

Slide 7 - Quiz

TRANSLATE:
brugklasser

Slide 8 - Open question

TRANSLATE:
ondeugend

Slide 9 - Open question

TRANSLATE:
Je hebt gelijk.

Slide 10 - Open question

What's the time?

Slide 11 - Slide

TRANSLATE:
Hoe laat is het?

Slide 12 - Open question

Leerdoel
  • You will revise everything we have done this unit.
  • Je gaat herhalen wat we allemaal dit hoofdstuk hebben gedaan.

Slide 13 - Slide

I                      HAVE GOT 
You               HAVE GOT
They             HAVE GOT
You (mv.)    HAVE GOT
We                HAVE GOT

Vul in:
They ...... a new house. 
She              HAS GOT
He                HAS GOT
It                   HAS GOT
(Name)      HAS GOT


Vul in:
Sabrina ..... a dog.

Slide 14 - Slide

I                      HAVE  NOT  GOT 
You               HAVE  NOT  GOT
They             HAVE  NOT  GOT
You (mv.)    HAVE NOT   GOT
We                HAVE NOT   GOT

Vul in:
I ..... the books I need. (not)
She              HAS NOT  GOT
He                HAS NOT  GOT
It                   HAS NOT  GOT
(Name)      HAS NOT  GOT


Vul in:
It .... chicken in the soup. (not)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat waren de dagen van de week in het Engels?

  • Waar moet je op letten bij de dagen?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Get to work!
  • Maak opdracht 26 t/m 29 af!
  • Zorg ervoor dat de SELF-TEST af is!
  • Je werkt zelfstandig en stil!
  • Vraag? Steek je hand op.
  • Klaar? KIJK NA.
  • Alle opdrachten EN een uitdaging al af? Doe iets voor jezelf (lezen, tekenen, een ander vak, NIET OP JE MOBIEL).

Slide 19 - Slide

MAAK DE ZIN AF:
My mother ... (heb niet) any idea about the party.
A
haven't got
B
have not got
C
hasn't got
D
has not got

Slide 20 - Quiz

MAAK DE ZIN AF:
I ... (heb niet) the new book.
A
hasn't got
B
has not got
C
haven't got
D
have not got

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

EVALUATION
  • Wat ging goed?
  • Wat kan beter?

Slide 24 - Slide