Energielabels lezen en aan de hand van energielabels iets opmerken over het energiegebruik
Met behulp van een energielabel en de energieprijs uitrekenen hoeveel het gebruik van een apparaat per jaar kost
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H5.2 Doel van de les
Je kunt:
Energielabels lezen en aan de hand van energielabels iets opmerken over het energiegebruik
Met behulp van een energielabel en de energieprijs uitrekenen hoeveel het gebruik van een apparaat per jaar kost
Slide 1 - Slide
H5.1 herhaling
Leerdoelen
Energie gaat nooit verloren
Energieomzettingen in energiestroom diagram weergeven
Rendement uitrekenen
Energie uitrekenen met vermogen (E = P*t, kWh = kW*h)
Energie van joule naar kWh omrekenen(3,6 miljoen)
Slide 2 - Slide
Energielabels en kosten
Hoe groener hoe beter
veranderen elk jaar weer
1 kWh = €0.45
kWh/annum = kWh/jaar
Slide 3 - Slide
Energieverbruik berekenen
Energie (E) in KiloWattuur (kWh) Vermogen (P) in Watt (kW)
Tijd (t) in uur (h)
E=P⋅t
Slide 4 - Slide
Je kijkt anderhalf uur tv. De tv heeft een vermogen van 50 watt. Hoeveel energie in kWh heeft de tv dan gebruikt?
Slide 5 - Open question
Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte.
Het rendement is nooit 100%
Slide 6 - Slide
Energiestroomdiagram
E (gebruikt)
apparaat
niet-nuttige energie
nuttige energie
Slide 7 - Drag question
Het rendement van een apparaat bereken je door:
A
de nuttige energie te delen door de niet-nuttige energie
B
De niet- nuttige energie te delen door de nuttige energie
C
De nuttige energie te delen door de gebruikte energie
D
de niet-nuttige energie te delen door de gebruikte energie
Slide 8 - Quiz
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 9 - Quiz
Wat is de opgenomen energie van deze kolencentrale? (energie die erin gaat)
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling
Slide 10 - Quiz
Een koelkast verbruikt per dag 0.6 kWh. Wat kost het om deze koelkast een heel jaar aan te laten staan. 1 kWh kost €0.25.
A
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15
B
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15 x 365 = €54,75
C
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40
D
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40 x 365 = €876
Slide 11 - Quiz
Sleep de ster naar de plek, waar het energie verbruik per jaar staat vermeld.
Sleep het vierkant naar de plek waar het water verbruik per jaar staat vermeld.
Slide 12 - Drag question
De wasmachine van de vorige vraag had een energie gebruik van 176 kWh per jaar. Een wasbeurt kost 0,5 kWh. Hoeveel wassen kun je dan draaien per jaar?
Slide 13 - Open question
Waarmee wil je nog aan de slag in de lessen ter voorbereiding op de toets over H3.1 t/m H3.4
Slide 14 - Mind map
Rest van de les
Lees 5.2 nogmaals goed door.
Maak de vragen 21 t/m 26
Stel vragen aan de docent als je het niet begrijpt