Ontwikkelingspsychologie les 1 bbl

1 / 31
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ontwikkelingspsychologie

Slide 3 - Slide

Wat is ontwikkelingspsychologie?

Ontwikkeling = fasen die een mens doorloopt
Psychologie   = de wetenschap die menselijk gedrag bestudeert; waarom doet iemand zoals hij doet?

Slide 4 - Slide

  • Ondanks individuele verschillen volgen we ook een soort algemeen ontwikkelingspad.
  • Wanneer je weet wat een gezonde ontwikkeling is: zie je het eerder wanneer het niet gaat zoals het zou moeten gaan.

Slide 5 - Slide

Verschillende ontwikkelingen
  • Cognitieve ontwikkeling: Denken, leren, probleemoplossing.
  • Persoonlijkheidsontwikkeling: Karakter, eigenschappen, waarden.
  • Sociale ontwikkeling : Interactie, relaties, samenwerking.
  • Emotionele ontwikkeling : Emoties begrijpen, beheersen.
  • Fysieke ontwikkeling: Groei, motoriek, gezondheid.

Slide 6 - Slide

Baby (0-1 jaar)

Slide 7 - Slide



  • Reflexen
  • Doelbewust gedrag
  • Object permanentie (bal achter deken, is niet zichtbaar maar bal is er nog steeds)
  • Brabbelen
  • Zelfbewustzijn 


  • Hechting
  • Sociaal gedrag
  • Eerste emoties
  • Kijken en begrijpen
  • Zintuigen 




Baby (0-1 jaar)

Slide 8 - Slide

Dreumes (0-2 jaar)

Slide 9 - Slide



  • Mentale voorstellingen: geleidelijk in staat zijn om objecten en gebeurtenissen in hun gedachten te visualiseren zonder dat deze direct aanwezig zijn.
  • Eerste woordje
  • Zelfbewust
  • Andere relatie 




  • Leeftijdsgenootjes
  • Meer emotie
  • Eerste stapjes 




Dreumes (1-2 jaar)

Slide 10 - Slide

Peuter (2-4 jaar)

Slide 11 - Slide



  • Vragen
  • Herinneringen: kunnen gebeurtenissen of ervaringen van dagen of weken geleden herinneren. 
  • Denkfouten:cognitieve vaardigheden nog in ontwikkeling zijn. 
  • Meer woordfase
  • Ik 







  • Kameraadjes
  • Andere relatie
  • Driftbuien
  • Motorische sprongen
  • De geslachtsdelen 




Peuter (2-4 jaar)

Slide 12 - Slide

Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)

Slide 13 - Slide




  • Cognitieve sprongen
  • Goed en fout/bang voor straf juf of ouder
  • Abstracte begrippen:, zoals tijd, liefde, en eerlijkheid. 
  • Vriendschap 






  • Inlevingsvermogen
  • Motoriek




Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)

Slide 14 - Slide

Ouder basisschool (8-12 jaar)

Slide 15 - Slide

 

  • Abstract denken/alsof denken: Ze kunnen zich bijvoorbeeld voorstellen wat er zou gebeuren als iets anders zou zijn gegaan, of hoe dingen onmogelijk zouden zijn in de toekomst. 
  • Beloning/ straf van binnenuit





  • Vriendschap
  • Ingewikkelde gevoelens
  • Schaamte 


Ouder basisschool (8-12 jaar)

Slide 16 - Slide

Puber (12-16 jaar)

Slide 17 - Slide




  • Verbeterde denkwijze/strategieën om problemen op te lossen
  • Risico’s
  • Groepsbelang
  • Individu
  • Vrienden en vriendinnen











  • Lichamelijke veranderingen
  • Seksualiteit 



Puber (12-16 jaar)

Slide 18 - Slide

Adolescent (16-21 jaar)

Slide 19 - Slide




  • Metacognitie: ontwikkelen metacognitieve vaardigheden , wat betekent dat ze bewust worden van hoe ze leren, denken en problemen oplossen.
  • Maatschappelijke belangen
  • Verdere individualisatie: onafhankelijke individuen gaan zien, los van hun familie en sociale omgeving
  • Identiteit 






  • Vriendengroep
  • Angst en verdriet
  • Seksuele ervaringen 



Adolescent (16-21 jaar)

Slide 20 - Slide

Jongvolwassene (21-35 jaar)

Slide 21 - Slide



  • Relativeren: breder perspectief
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relaties 




  • Rolveranderingen ouderschap
  • Vrienden
  • Leefstijl 


Jongvolwassene (21-35 jaar)

Slide 22 - Slide

Midden volwassene (35-55 jaar)

Slide 23 - Slide




  • Creatief
  • Toenemende kennis
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relatie
  • Rolveranderingen ouderschap 








  • Bijdrage leveren: vaak de behoefte om een ​​zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving van aan de volgende generatie. 
  • Leven overzien/midlifecrisis
  • Gelukkig zijn
  • Verouderingsproces 
Midden volwassene (35-55 jaar)

Slide 24 - Slide

Laat volwassene (55-70 jaar)

Slide 25 - Slide




  • Cognitie Het verwerken van informatie kan iets trager worden, en er kunnen lichte geheugenproblemen optreden,
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relatie 






  • Rolveranderingen ouderschap
  • Minder vrienden
  • Lichamelijke problemen 


Laat volwassene (55-70 jaar)

Slide 26 - Slide

Oudere (70+ jaar)

Slide 27 - Slide




  • Kennis en vaardigheden: hoewel de snelheid van informatieverwerking kan afnemen, behouden ouderen vaak een grote hoeveelheid kennis en vaardigheden , vooral ook wel gekristalliseerde intelligentie genoemd.
  • Geheugen en aandacht
  • Veranderingen in persoonlijkheid door terugkijken.





  • Sociale rollen
  • Gelukkig ouderen hangt vaak samen met acceptatie van het leven zoals het is verlopen, en de mate waarin ze nog activiteiten kunnen doen die ze zinvol en uniek vinden.
  • Verouderen 


Oudere (70+ jaar)

Slide 28 - Slide

Pauze

Slide 29 - Slide

QUIZ TIME

Slide 30 - Slide

eind opdracht 

Slide 31 - Slide