Object permanentie (bal achter deken, is niet zichtbaar maar bal is er nog steeds)
Brabbelen
Zelfbewustzijn
Hechting
Sociaal gedrag
Eerste emoties
Kijken en begrijpen
Zintuigen
Baby (0-1 jaar)
Slide 8 - Slide
Dreumes (0-2 jaar)
Slide 9 - Slide
Mentale voorstellingen: geleidelijk in staat zijn om objecten en gebeurtenissen in hun gedachten te visualiseren zonder dat deze direct aanwezig zijn.
Eerste woordje
Zelfbewust
Andere relatie
Leeftijdsgenootjes
Meer emotie
Eerste stapjes
Dreumes (1-2 jaar)
Slide 10 - Slide
Peuter (2-4 jaar)
Slide 11 - Slide
Vragen
Herinneringen: kunnen gebeurtenissen of ervaringen van dagen of weken geleden herinneren.
Denkfouten:cognitieve vaardigheden nog in ontwikkeling zijn.
Meer woordfase
Ik
Kameraadjes
Andere relatie
Driftbuien
Motorische sprongen
De geslachtsdelen
Peuter (2-4 jaar)
Slide 12 - Slide
Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)
Slide 13 - Slide
Cognitieve sprongen
Goed en fout/bang voor straf juf of ouder
Abstracte begrippen:, zoals tijd, liefde, en eerlijkheid.
Vriendschap
Inlevingsvermogen
Motoriek
Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)
Slide 14 - Slide
Ouder basisschool (8-12 jaar)
Slide 15 - Slide
Abstract denken/alsof denken: Ze kunnen zich bijvoorbeeld voorstellen wat er zou gebeuren als iets anders zou zijn gegaan, of hoe dingen onmogelijk zouden zijn in de toekomst.
Beloning/ straf van binnenuit
Vriendschap
Ingewikkelde gevoelens
Schaamte
Ouder basisschool (8-12 jaar)
Slide 16 - Slide
Puber (12-16 jaar)
Slide 17 - Slide
Verbeterde denkwijze/strategieën om problemen op te lossen
Risico’s
Groepsbelang
Individu
Vrienden en vriendinnen
Lichamelijke veranderingen
Seksualiteit
Puber (12-16 jaar)
Slide 18 - Slide
Adolescent (16-21 jaar)
Slide 19 - Slide
Metacognitie: ontwikkelen metacognitieve vaardigheden , wat betekent dat ze bewust worden van hoe ze leren, denken en problemen oplossen.
Maatschappelijke belangen
Verdere individualisatie: onafhankelijke individuen gaan zien, los van hun familie en sociale omgeving
Identiteit
Vriendengroep
Angst en verdriet
Seksuele ervaringen
Adolescent (16-21 jaar)
Slide 20 - Slide
Jongvolwassene (21-35 jaar)
Slide 21 - Slide
Relativeren: breder perspectief
Rolveranderingen werk
Rolveranderingen relaties
Rolveranderingen ouderschap
Vrienden
Leefstijl
Jongvolwassene (21-35 jaar)
Slide 22 - Slide
Midden volwassene (35-55 jaar)
Slide 23 - Slide
Creatief
Toenemende kennis
Rolveranderingen werk
Rolveranderingen relatie
Rolveranderingen ouderschap
Bijdrage leveren: vaak de behoefte om een zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving van aan de volgende generatie.
Leven overzien/midlifecrisis
Gelukkig zijn
Verouderingsproces
Midden volwassene (35-55 jaar)
Slide 24 - Slide
Laat volwassene (55-70 jaar)
Slide 25 - Slide
Cognitie Het verwerken van informatie kan iets trager worden, en er kunnen lichte geheugenproblemen optreden,
Rolveranderingen werk
Rolveranderingen relatie
Rolveranderingen ouderschap
Minder vrienden
Lichamelijke problemen
Laat volwassene (55-70 jaar)
Slide 26 - Slide
Oudere (70+ jaar)
Slide 27 - Slide
Kennis en vaardigheden: hoewel de snelheid van informatieverwerking kan afnemen, behouden ouderen vaak een grote hoeveelheid kennis en vaardigheden , vooral ook wel gekristalliseerde intelligentie genoemd.
Geheugen en aandacht
Veranderingen in persoonlijkheid door terugkijken.
Sociale rollen
Gelukkig ouderen hangt vaak samen met acceptatie van het leven zoals het is verlopen, en de mate waarin ze nog activiteiten kunnen doen die ze zinvol en uniek vinden.