Ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Slide

Wat is ontwikkelingspsychologie?

Ontwikkeling = fasen die een mens doorloopt
Psychologie   = de wetenschap die menselijk gedrag bestudeert; waarom doet iemand zoals hij doet?

Slide 2 - Slide

  • Ondanks individuele verschillen volgen we ook een soort algemeen ontwikkelingspad.
  • Wanneer je weet wat een gezonde ontwikkeling is zie je het eerder wanneer het niet gaat zoals het zou moeten gaan.
  • Rijping/biologisch voorgeprogrammeerd en leren

Slide 3 - Slide

Verschillende ontwikkelingen
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Persoonlijkheidsontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Fysieke ontwikkeling 

Slide 4 - Slide

Baby (0-1 jaar)

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij de ontwikkelingsfase "Baby (0-1 jaar)"?

Slide 6 - Mind map



  • Reflexen
  • Doelbewust gedrag
  • Objectpermanentie
  • Brabbelen
  • Zelfbewustzijn 


  • Hechting
  • Sociaal gedrag
  • Eerste emoties
  • Kijken en begrijpen
  • Zintuigen 




Baby (0-1 jaar)

Slide 7 - Slide

Dreumes (0-2 jaar)

Slide 8 - Slide



  • Mentale voorstellingen
  • Eerste woordje
  • Zelfbewust
  • Andere relatie 




  • Leeftijdsgenootjes
  • Meer emotie
  • Eerste stapjes 


Dreumes (1-2 jaar)

Slide 9 - Slide

Peuter (2-4 jaar)

Slide 10 - Slide

Waar denk je aan bij de ontwikkelingsfase "Peuter (2-4 jaar)"?

Slide 11 - Mind map



  • Vragen
  • Herinneringen
  • Denkfouten
  • Meerwoordfase
  • Ik 







  • Kameraadjes
  • Andere relatie
  • Driftbuien
  • Motorische sprongen
  • De geslachtsdelen 




Peuter (2-4 jaar)

Slide 12 - Slide

Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)

Slide 13 - Slide




  • Cognitieve sprongen
  • Goed en fout/bang voor straf juf of ouder
  • Abstracte begrippen
  • Vriendschap 






  • Inlevingsvermogen
  • Motoriek
  • Doktertje 



Jonge basisschoolkind (4-8 jaar)

Slide 14 - Slide

Ouder basisschool (8-12 jaar)

Slide 15 - Slide



  • Abstract denken/alsof denken
  • Beloning/straf van binnenuit





  • Vriendschap
  • Ingewikkelde gevoelens
  • Schaamte 


Ouder basisschool (8-12 jaar)

Slide 16 - Slide

Puber (12-16 jaar)

Slide 17 - Slide

Waar denk je aan bij de ontwikkelingsfase "Puber (12-16 jaar)"?

Slide 18 - Mind map




  • Verbeterde denkwijze/strategieën
  • Risico’s
  • Groepsbelang
  • Individualisatie
  • Vrienden en vriendinnen











  • Lichamelijke veranderingen
  • Seksualiteit 



Puber (12-16 jaar)

Slide 19 - Slide

Adolescent (16-21 jaar)

Slide 20 - Slide




  • Metacognitie
  • Maatschappelijke belangen
  • Verdere individualisatie
  • Identiteit 






  • Vriendengroep
  • Angst en verdriet
  • Seksuele ervaringen 


Adolescent (16-21 jaar)

Slide 21 - Slide

Jongvolwassene (21-35 jaar)

Slide 22 - Slide



  • Relativeren
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relaties 




  • Rolveranderingen ouderschap
  • Vrienden
  • Leefstijl 


Jongvolwassene (21-35 jaar)

Slide 23 - Slide

Midden volwassene (35-55 jaar)

Slide 24 - Slide




  • Creatief
  • Toenemende kennis
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relatie
  • Rolveranderingen ouderschap 








  • Bijdrage leveren
  • Leven overzien/midlifecrisis
  • Gelukkig zijn
  • Verouderingsproces 
Midden volwassene (35-55 jaar)

Slide 25 - Slide

Laat volwassene (55-70 jaar)

Slide 26 - Slide




  • Cognitie
  • Rolveranderingen werk
  • Rolveranderingen relatie 






  • Rolveranderingen ouderschap
  • Minder vrienden
  • Lichamelijke problemen 


Laat volwassene (55-70 jaar)

Slide 27 - Slide

Oudere (70+ jaar)

Slide 28 - Slide




  • Kennis en vaardigheden
  • Geheugen en aandacht
  • Veranderingen in persoonlijkheid door terugkijken.





  • Sociale rollen
  • Gelukkig
  • Verouderen 


Oudere (70+ jaar)

Slide 29 - Slide

QUIZ TIME

Slide 30 - Slide

Wat is wel een kenmerk van de doelgroep baby?
A
Zindelijk worden
B
Brabbelen en éénwoordzinnen
C
Klimmen
D
Logisch nadenken

Slide 31 - Quiz

Baby's maken eerst nog geen bewuste gerichte bewegingen maar handelen vanuit reflex (bijv. grijpreflex en zuigreflex)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Wat is grove motoriek?
A
tekenen
B
schrijven
C
rennen
D
knippen

Slide 33 - Quiz

Wat is er WAAR over de ontwikkeling van de motoriek?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich eerder dan de fijne motoriek
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich eerder dan de grove motoriek
C
Alle kinderen ontwikkelen zich op het gebied van motoriek even snel
D
Grove motoriek gaat om bewegingen van de handen en vingers

Slide 34 - Quiz

Een ontwikkelingsachterstand.....
A
Heb je voor de rest van je leven
B
Groei je vanzelf overheen
C
Is met ondersteuning in te halen

Slide 35 - Quiz

De peuterfase kenmerkt zich door:
A
Koppigheid en ik-besef
B
Lengtegroei
C
De ontwikkeling van de fijne motoriek
D
Samen delen en spelen

Slide 36 - Quiz

Een peuter kan zich al goed in een ander verplaatsen, een peuter heeft empathie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Hoe komt het dat jonge basisschoolkinderen soms jokken?
A
Ze zijn heel stout
B
Ze willen niet gestraft worden
C
Ze kunnen nog niet zo goed praten

Slide 38 - Quiz

Oudere basisschoolkinderen (8-12 jaar) kunnen de realiteit van fantasie goed onderscheiden.
A
Klopt!
B
Klopt niet!

Slide 39 - Quiz

Een puber (12-16 jaar) richt zich meer op leeftijdsgenoten waardoor groepsdruk een grote rol gaat spelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Metacognitie ontstaat in de adolescentiefase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

In welke levensfase zijn mensen op hun creatiefst?
A
Peuter (2-4 jaar)
B
Puber (12-16 jaar)
C
Midden volwassene (35-55 jaar)
D
Oudere (70+)

Slide 42 - Quiz

Huiswerk
  • Lees Thema 1 Ontwikkelingspsychologie uit het boek Mensen 

Slide 43 - Slide