2bk2- uitdrukkingen en gezegdes

3plv- uitdrukkingen en gezegdes

Goedgebekt zijn

1. goed kunnen spreken
2. een knap gezicht hebben

Dat ligt voor de hand

1. dat is logisch
2. dat kan gestolen worden

Iemand als een hond behandelen

1. veel aandacht aan iemand besteden
2. iemand slecht behandelen

Eten wat de pot schaft

1. alleen eten wat je lekker vindt
2. eten wat er (toevallig) is

Als kat en hond leven

1. heel goed met elkaar kunnen opschieten
2. altijd ruzie hebben

Iemand blij maken met een dooie mus

1. iemand blij maken met iets wat later niets blijkt voor te stellen
2. iemand een blijvende herinnering geven

Dat zijn twee handen op één buik

1. die twee nemen het altijd voor elkaar op
2. daar hebben ze allebei veel last van

Het is allemaal één pot nat

1. het is erg regenachtig
2. het is allemaal hetzelfde

De aanhouder wint

1. als je volhoudt, krijg je het voor elkaar
2. degene die voorop loopt, zal zeker winnen

Zij gaan gebukt onder de ziekte van haar zus

1. Ze praat veel over haar zus
2. Ze heeft het moeilijk met de ziekte van haar zus

Je hoofd over iets breken

1. ergens diep over nadenken
2. je ergens aan storen

Ik garandeer je dat ik terugkom

1. ik verzeker je dat: ik beloof het met nadruk
2. ik twijfel eraan; ik weet het niet zeker