This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Van huilbaby naar actieve ontdekker!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel van vandaag
Aan het einde van deze les kun je belangrijke mijlpalen benoemen en leren hoe je deze kan stimuleren bij baby's.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen weten en doen.
Wat weet je al over je eigen geboorte en babytijd?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Ontwikkelingen in de babytijd
In de babytijd ontwikkelen je op het gebied van lichamelijke groei, motorische ontwikkeling, zintuiglijke ontwikkeling en taalontwikkeling (cognitief).
Slide 4 - Slide
Leg uit welke mijlpalen er te verwachten zijn in de babytijd en geef voorbeelden.
Belangrijke mijlpalen babytijd
0-4 : eerste lachje en zicht, grijpen van voorwerpen, hoofd omhoog houden (tummy time).
4-6 : Omrollen en tijgeren, zitten zonder ondersteuning, brabbelen, eerste oefenhapjes, eerste tandje.
6-9 : kruipen, eerste woordjes zeggen, staan met ondersteuning.
10-12 : Lopen met hulp, imiteren van geluiden, woordenschat van enkele woorden.
Slide 5 - Slide
Beschrijf de mijlpalen die meestal worden bereikt door baby's van 0-3 maanden oud.
Wat waren jouw eigen mijlpalen in de babytijd?
hoe was je geboorte?
je eerste lachje, stapjes, woordjes? wie waren erbij?
wanneer leerde je kruipen en lopen?
je eerste tandje?
wie zorgde er voor jou?
waar speelde je het liefst mee?
Slide 6 - Slide
Vraag de studenten om na te denken over hun eigen ontwikkeling in de babytijd en laat ze hun ervaringen delen.
Routines
Baby's houden van routines. Het helpt hen om te weten wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht.
Slide 7 - Slide
Leg uit waarom routines belangrijk zijn voor baby's en hoe je routines kunt implementeren bij het begeleiden van baby's bij activiteiten.
Interactie
Interactie is belangrijk bij het begeleiden van baby's bij activiteiten. Praat tegen je baby en laat hem/haar reageren op wat je zegt.
Slide 8 - Slide
Leg uit waarom interactie belangrijk is voor baby's en hoe je interactie kunt toepassen bij activiteiten.
Sensomotorische stimulatie
Sensomotorische stimulatie helpt de zintuigen en motoriek van baby's te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door knisperende speeltjes, spiegels of muziek.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat sensomotorische stimulatie is en geef voorbeelden van activiteiten die je kunt doen om sensomotorische stimulatie toe te passen.
Door sensomotorische handelen doet een kind ervaring op over allerlei dingen om hem heen. Al die kennis komt weer bij elkaar. Bijvoorbeeld: een kind maakt kennis met een sinaasappel. Het gaat voelen aan de structuur, het ruikt er aan en proeft een stukje van de sinaasappel.
Veiligheid
Veiligheid is belangrijk bij het begeleiden van baby's bij activiteiten. Zorg dat de omgeving veilig is en dat de baby altijd onder toezicht staat.
Slide 10 - Slide
Leg uit waarom veiligheid belangrijk is en geef tips hoe je een veilige omgeving kunt creëren.
Succescriteria
Je kan aan het einde van de les tenminste drie ontwikkelingspunten benoemen van je eigen babytijd t/m kleutertijd en activiteiten benoemen die aansluiten op de behoefte van baby's, peuters en kleuters.
Slide 11 - Slide
Beschrijf de succescriteria zodat de studenten weten waar ze op beoordeeld worden.
Knutselopdracht
Ga rustig verder met het maken van je levensboek met behulp van foto's, tekeningen en tekst.
Slide 12 - Slide
Geef de instructies voor de knutselopdracht en geef aan welke materialen er nodig zijn.
Volgende week
Volgende week gaan we door met het schoolkind leeftijd. Verzamel alvast herinneringen en foto's om je eigen levensboek verder te opvrolijken.
Slide 13 - Slide
Geef de studenten een opdracht mee voor volgende week en leg uit waarom het belangrijk is om herinneringen op te halen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.