1hv6 mercredi, le 18 mars 2020

1hv6 mercredi, le 18 mars 2020
Présents/absents
Objectifs: jij kent enkele bijvoeglijk naamwoord in het Frans en de grammatica regels
1- Questions/Réponses
2- Lire le vocabulaire A 
3- Explication de la grammaire + Exercices 13 14 15
4- Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui ?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1hv6 mercredi, le 18 mars 2020
Présents/absents
Objectifs: jij kent enkele bijvoeglijk naamwoord in het Frans en de grammatica regels
1- Questions/Réponses
2- Lire le vocabulaire A 
3- Explication de la grammaire + Exercices 13 14 15
4- Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui ?

Slide 1 - Slide

Questions/Réponses

C'est quel jour aujourd'hui ?

Tu as fait tes devoirs ?

Comment tu t'appelles ?

Tu vas avoir quel âge ?

timer
5:00

Slide 2 - Slide

lire le vocabulaire A chap 5

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
- Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en wat het doet in het Nederlands maar ook in het Frans.
- Ik kan het bijvoeglijk naamwoord aanpassen aan het onderwerp waar het bij staat.
- Ik kan de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord goed toepassen.
- Lees bron c en beantwoord de volgende vragen

Slide 4 - Slide

Vragen over bron C p. 64 TB
 (adjectif qualificatif):

  1. Hoe wordt het bijvoeglijk naamwoord beschreven in de bron? Wat is de functie ervan?  
  2. Wat wordt er gezegd over de toepassing van bijvoeglijke naamwoorden? Geef een voorbeeld.  
  3. Maak twee zinnen (niet dezelfde zinnen uit bron C) met een adjectif qualificatif erin. Let goed op het gebruik van de juiste vorm.

Eerst individueel maken.
Daarna uitwisselen in tweetallen.
Als laatst klassikaal kort bespreken.
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld: die broek is blauw. Blauw is dan een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord:
les formes de l'adjectif qualificatif
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
Niets   als het zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud is een ‘s’ als het zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud is een ‘e’ als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is een ‘es’als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is
-let op:
Les vieux livres. Les chats sont gris.  (geen extra s opschrijven)
La porte est rouge. la table est jaune.(geen extra e opschrijven)

Slide 8 - Slide

de plaats van het bijv. nmw
  • Het bijvoeglijk naamwoord komt in het frans meestal ACHTER het zelfstandig naamwoord: une voiture bleue
  • Er zijn ook bijvoeglijk naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen te staan: un beau livre, deze moet je leren!
    schrijf mee en zing mee, hier komt de lijst

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk naamwoorden 

staat achter het zelfstandig naamwoord, behalve:
beau-bon - joli
haut -long - petit
jeune -vieux- grand-
gros-mauvais-méchant
nouveau - autre
premier-dernier (+ de rangtelwoorden: deuxième, troisième etc)

Slide 10 - Slide

Exercices 13 14 15 

Slide 11 - Slide