Woordenschat vwo2 5.3 week 16

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Programma week 16

- Zelfstandig: werken aan de schrijfopdracht.

- Tijdens de lessen werken we deze week aan woorden 5.3

Woordenschat les 1 

Doelen van de les:

Ik kan de woorden van woorden 1 op de goede manier gebruiken in een zin. 

Ik kan woorden opzoeken in een (online) woordenboek. 

Ik ken de betekenis van de woorden.

Wat weet je over de Nobelprijs?

5.3 woorden

• Maken opdracht 2, 3 4, 6.
• Woorden blz. 199 leren (bijv. overschrijven, 3 keer doorlezen, groepjes maken, flitskaarten van de methode gebruiken)

Klaar? 

• Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)/Leer de woorden van blz. 199

Einde van de les

- Huiswerk:

- lr. van de woorden 5.3

- schrijfopdracht (verder werken en inleveren)

Les 2

- Overhoren van de woorden (inloggen bij Lesson-Up)

- Verdere uitleg en opdrachten bij 5.3

(Schrijfopdracht ingeleverd?)

Maak een zin met het woord befaamd.
De zin begint met een hoofdletter, eindigt met een punt.

Waarin ben jij vakkundig?

Er is iets loos

1. een verlangen
2. je bent ergens bang voor
3. Er is iets mis
4. er is iemand beroemd

In het oog springen

1. opvallen
2. iets stukmaken
3. een instructie maken
4. van de duikplank springen

Variant

1. precies hetzelfde
2. andere versie
3. een geometrische vorm
4. geluidssterkte

Ludiek

1. apart op een leuke manier
2. vervelend
3. stom
4. gemeen

Taalverwantschap

- Wat betekent 'verwant'?

- Grondwoord - gelede woorden

Aan het werk

Mk 5.3 woorden: opdracht 8 t/m 11

Einde van de les

- Schrijfopdracht verder afgerond en ingeleverd?

- Herhalen leerwerk woorden 5.3

- Opdrachten 8 t/m 11 gemaakt?