Het Romeinse Rijk bestond uit 40
provincies, met allerlei volkeren en
culturen met eigen godsdiensten.
Palestina was een van die provincies - hier woonde het Joodse volk.
Zij geloofden in één god.
God is almachtig, hij/zij/het weet en kan alles.
Volgens de Joden waren alle andere goden: afgoden - alle Griekse/Romeinse goden.
In 69 n.C. was er een grote Joodse opstand tegen de Romeinen - de Joodse tempel in Jeruzalem werd verwoest - alleen een stuk muur bleef over - nu een heilige plaats.