Hoofdstuk 4. Gedrag - 4.2 Leren

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens doet
B
Alles wat een dier doet
C
Alles wat een mens of dieren doet
D
Het observeren van dieren
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens doet
B
Alles wat een dier doet
C
Alles wat een mens of dieren doet
D
Het observeren van dieren

Slide 1 - Quiz

Welke twee type prikkels onderscheiden we?
A
Binnen en buiten prikkels
B
Hoge en lage prikkels
C
Ronde en vierkante prikkels
D
Inwendige en uitwendige prikkels

Slide 2 - Quiz

Een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van dieren of mensen, noem je een....
A
Ethogram
B
Protocol
C
Etholoog
D
Bioloog

Slide 3 - Quiz

wat is aangeboren gedrag ?
A
gedrag dat bepaald word door erfelijke factoren
B
gedrag dat je leert
C
een reactie op een prikkel

Slide 4 - Quiz

De eerste bewegingen die een pasgeborene maakt, zijn reflexbewegingen.

Een reflex is:


A
een aangeleerde reactie of beweging
B
een automatische reactie of beweging
C
een doelgerichte reactie of beweging
D
Het aantal tweelingzwangerschappen neemt toe.

Slide 5 - Quiz

Reflexen

Reflexen zijn snelle reacties die onbewust gebeuren.

Sommige reflexen houd je je hele leven (bijvoorbeeld pupilreflex), andere alleen gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld zuigreflex).

Slide 6 - Slide

Inwendige of uitwendige prikkel?
Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel
Angst
Dorst
Geluid
Geur
Honger
Kou
Licht
Smaak
Verliefdheid
Woede

Slide 7 - Drag question

Manieren om te leren

Je kunt dieren trainen door het juiste gedrag te belonen en het verkeerde gedrag te bestraffen.

Dieren en mensen leren door:
- imiteren 
- straffen en belonen
- oefenen
- inzicht
- inprenting
- gewenning

Slide 8 - Slide

Sleep naar onderstaande zinnen de juiste manier van leren. Er blijft er eentje over.
imiteren
oefenen
straffen en belonen
inzicht
inprenten
1. AIs je de uitspraak van de Engelse woorden goed doet, krijg je een punt erbij voor je toets.
2. In de Engelse les spreek je de docent na om de uitspraak te oefenen. 
3. Je ontwikkelt een manier om je Engelse woordjes snel en efficiënt te leren.
4. Om de Engelse telwoorden te leren zeg je tien keer de telwoorden één tot en met tien op in het Engels.

Slide 9 - Drag question

Wat is gewenning?

Slide 10 - Open question

Gedragsketen
Protocol
Ethogram

Slide 11 - Drag question