What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4.4 | Afronden in praktische situaties
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doel van deze les:
Je kunt afronden op in praktische situaties.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Terugblik
Slide 4 - Slide
Terugblik
Waarde van cijfers
Grote getallen (t/m miljard)
Decimale getallen
Afronden van decimalen en ronde getallen
Slide 5 - Slide
Welke waarde heeft het cijfer 4 in het getal 7 743 520 000?
Slide 6 - Open question
Rond het getal 13,94822 af op 2 decimalen.
Slide 7 - Open question
Rond het getal 3,94822 af op een geheel getal.
Slide 8 - Open question
Rond het getal 1 499 999 af op miljoenen.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Afronden in de praktijk
Anneke wil ijsjes trakteren in de klas. Haar klas bestaat uit
18 leerlingen.
In één doos zitten
6 ijsjes
.
Hoeveel dozen moet Anneke kopen?
Slide 11 - Slide
Afronden in de praktijk
Anneke wil ijsjes trakteren in de klas. Haar klas bestaat uit 18 leerlingen.
In één doos zitten 6 ijsjes.
Hoeveel dozen moet Anneke kopen?
Aanpak:
18 + 1 = 19 ijsjes nodig
19 : 6 = 3,166...
Anneke koopt
4 dozen
ijsjes
Slide 12 - Slide
Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij
in Nederland geen 1 en 2
centen meer, 5 cent
hebben we nog wel.
Daarom moeten bedragen
worden afgerond.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Imke gaat koken. Ze heeft 850 gram rijst nodig. In één pakje zit 400 gram. Hoeveel pakjes moet Imke kopen?
A
850 : 400 = 2,125, afgerond is dat 2
B
850 : 400 = 2,125, dus: 2,125
C
850 : 400 = 2,125, dus ik heb er 3 nodig
D
850 : 400 = 2,125, dus ik koop er 2,5
Slide 15 - Quiz
In een kilozak pepernoten zitten 750 pepernoten.
Voor de intocht hebben alle pieten er 20 000 nodig. Hoeveel kilozakken moeten ze halen?
A
25
B
26
C
27
D
28
Slide 16 - Quiz
Je doet boodschappen bij de Jumbo en op het scherm staat een bedrag van €27,93. Je wil contant betalen. Hoeveel reken je af?
A
€27,-
B
€27,90
C
€27,95
D
€28,-
Slide 17 - Quiz
Je haalt de volgende boodschappen:
paprika (€1,42), ui (€0,94) en kip (7,23).
Hoeveel betaal je als je contant afrekent?
A
€9,50
B
€9,55
C
€9,59
D
€9,60
Slide 18 - Quiz
Je hebt €2,90 in je zak en wil daarvan snoep kopen. En zak snoep kost €0,75. Hoeveel zakken kan je kopen?
A
1
B
4
C
3,87
D
3
Slide 19 - Quiz
306 brugklassers en 22 begeleiders gaan naar de dierentuin. In een bus kunnen 51 passagiers. Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
4
B
6,43
C
7
D
6
Slide 20 - Quiz
Zelfstandig werken
Hoe?
Maak H4.4
Kijk (tussendoor) na
Tijd
30 minuten
Klaar?
Werk even aan ander huiswerk.
Kijk na.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Doel van deze les:
Je kunt afronden op in praktische situaties.
Slide 23 - Slide
More lessons like this
2.3 afronden in de praktijk
October 2021
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
H2.3 | Afronden in de praktijk
February 2024
- Lesson with
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Afronden tweede les
September 2022
- Lesson with
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§2.3 Afronden in de praktijk
September 2021
- Lesson with
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
5.3 afronden in de praktijk
January 2021
- Lesson with
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§2.3 Afronden in de praktijk
October 2019
- Lesson with
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H4.4 Afronden in praktische situaties
January 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2.4 afronden in dagelijkse situtaties
October 2021
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1