Iedere student krijgt 3 kaartjes. Bij elk kaartje hoort een vraag. Schrijf het antwoord in het kort op.
1. Waar ben je trots op?
2. Wat vindt je nog lastig op stage?
3. Wat zou je nog willen vragen?
Alle kaartjes gaan op een stapel. Welk kaartje is van wie? En weten jullie antwoord op elkaars vragen?