Denk na over een voorbeeld uit je stageklas (of eerdere stageklassen) van een gedragsprobleem en van een gedragsstoornis.
- Schrijf links concreet (objectief) het probleem - belemmerende factoren.
Waar heeft het kind last van?
- Schrijf rechts bevorderende factoren.
Wat kan het kind helpen?
Wissel uit met je medestudent.