Het bijvoeglijk naamwoord

Aujourd'hui, le 7 décembre
- aan het eind van de les heb ik de vorm van het bijvoeglijk naamwoord herhaald
- aan het eind van de les heb ik de plaats van het bijvoeglijk naamwoord herhaald
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui, le 7 décembre
- aan het eind van de les heb ik de vorm van het bijvoeglijk naamwoord herhaald
- aan het eind van de les heb ik de plaats van het bijvoeglijk naamwoord herhaald

Slide 1 - Slide

exister
A
slapen
B
bestaan
C
kiezen
D
nemen

Slide 2 - Quiz

autre
A
vanavond
B
vervelend
C
nog
D
andere

Slide 3 - Quiz

de tweelingzus
A
le frère jumeau
B
la soeur jumelle
C
le frère jumelle
D
la soeur jumeau

Slide 4 - Quiz

naar de stad gaan

Slide 5 - Open question

de vogel

Slide 6 - Open question

Ma chambre est grande.
Wat is hier het bijvoeglijk naamwoord?
A
ma
B
chambre
C
est
D
grande

Slide 7 - Quiz

Ma chambre est grande.
Waarom eindigt grande op een -e?

Slide 8 - Open question

la (nouveau) chambre
A
la nouveau chambre
B
la nouvelle chambre
C
la chambre nouveau
D
la chambre nouvelle

Slide 9 - Quiz

(noir) le lapin
A
le noir lapin
B
le noire lapin
C
le lapin noir
D
le lapin noire

Slide 10 - Quiz

(petit) une soeur
A
une petit soeur
B
une petite soeur
C
une soeur petit
D
une soeur petite

Slide 11 - Quiz

(beau) les chats
A
les beau chats
B
les beaux chats
C
les chats belle
D
les chats belles

Slide 12 - Quiz

(vieux) ma poule
A
ma vieux poule
B
ma vieille poule
C
ma poule vieux
D
ma poule vieille

Slide 13 - Quiz

Mes parents sont (divorcé)
A
divorcé
B
divorcée
C
divorcés
D
divorcées

Slide 14 - Quiz

(grand) deux frères
A
deux grands frères
B
deux grandes frères
C
deux frères grands
D
deux frères grandes

Slide 15 - Quiz

(français) un garçon
A
un français garçon
B
un française garçon
C
un garçon français
D
un garçon française

Slide 16 - Quiz

Corriger: ex. 18
Des questions?

Slide 17 - Slide