Révision imparfait, adjectif, mettre

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de imparfait?

Slide 2 - Open question

Welke zin in de imparfait is niet correct?
A
je lisais mon livre
B
il jouais le match
C
nous étions en vert et jaune
D
ils aimaient l' ambiance

Slide 3 - Quiz

Welk antwoord is juist op de volgende vraag: Qu'est-ce que tu faisais le weekend?
A
je regardais Netflix
B
vous faisiez du hockey
C
il jouait au foot
D
je lisait le journal

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het werkwoord mettre?

Slide 5 - Open question

Tekst
tu mets ton jean
Nous avons mis la table
Il mettra de l'argent de côté
Elle mettait du parfum
imparfait
présent
passé composé
futur

Slide 6 - Drag question

Welke letter komt er achter het Franse bijvoeglijk naamwoord als het meervoud is?

Slide 7 - Open question

Welke zin is onjuist?
A
Ce sont de petites filles
B
Ce sont des profs sévères
C
Il a de bonne notes
D
Elle chante de belles chansons

Slide 8 - Quiz

Welke letter komt achter het bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk?

Slide 9 - Open question

Wat is niet de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle est une grande fan
B
j' ai passé une bonne soirée
C
c' est une petit chambre
D
c'est la nouvelle marque

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de verschillen tussen: groep 1= bon, grand, joli en groep2= heureux, sérieux, sportif
A
bij groep 1 staan de bijvnw voor het zelfstandig naamwoord en bij groep 2 erachter
B
er is geen verschil, ze staan allebei voor het zelfstandig naamwoord
C
bij groep 1 staan de bijvnw achter het zelfs en bij groep 2 ervoor

Slide 11 - Quiz

Beschrijf jouw favoriete beroemdheid met uiterlijk/ karakter en stijl

Slide 12 - Open question

Beschrijf je weekend met imparfait en passé composé

Slide 13 - Open question