Les 2 - week 2 - leerdoel 3 (een domein)

H. 3 
Tijdvak 3 monniken en ridders (500 n. Chr. 1000 n. Chr. ) 

Koning Clovis, de eerste Christelijke frankische koning. In 496 na Christus werd deze Frank gedoopt tot het Christendom. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H. 3 
Tijdvak 3 monniken en ridders (500 n. Chr. 1000 n. Chr. ) 

Koning Clovis, de eerste Christelijke frankische koning. In 496 na Christus werd deze Frank gedoopt tot het Christendom. 

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Waar staan we nu: leerdoel 1 & 2 (BELANGRIJK)          (10  min)
2. Leerdoel 3: een domein                                                          (10 min)
3. Opdrachten om doel 3 &  4  te kunnen behalen          (20 min)
4. Herhaling                                                                                       (10 min)

Slide 2 - Slide

Surfen!
1. Ga naar LessonUp.com
2. Vul de lesCode in die op het bord staat.

Slide 3 - Slide

Twee weken geleden; leerdoel 1 & 2 
1. Jij kent de titel, de jaartallen en de naam van de periode van tijdvak 3. 

2. Jij kunt uitleggen welke drie grote problemen zich afspeelden in het Romeinse rijk vanaf de 4e eeuw. 


Slide 4 - Slide

Weten we nog? 
De oudheid
De vroege middeleeuwen 
Prehistorie 
4  mil. tot 3000 v.Chr. 
3000. Chr. tot 500 n. Chr. 
 500 n. Chr.  tot 1000 n. Chr. 
Monniken & ridders
Grieken & Romeinen
Jagers & boeren

Slide 5 - Drag question

1. Jij kent de titel, de jaartallen en de naam van de periode van tijdvak 3. 
  • Monniken & ridders (H3.)
  • 500 na. Chr. tot 1000 na Chr. 
  •  De vroege middeleeuwen

Slide 6 - Slide

2. Jij kunt uitleggen welke drie grote problemen zich afspeelden in het Romeinse rijk vanaf de 4e eeuw. 
Vorige week hebben wij ons verdiept in de drie grote problemen waarmee het Romeinse rijk te maken kreeg vanaf de 4e eeuw n. Chr. 

Maak de volgende vraag aangaande leerdoel 2 in individueel en in stilte. 

Slide 7 - Slide

Kies de drie problemen uit waarmee het Romeinse rijk te maken kreeg. (noteer alleen de letters!)

a. Het Romeinse rijk kwam in de problemen door Constantijn de Grote en zijn Christendom.
b. Een te kort aan soldaten zorgden voor problemen bij de grens van het Romeinse rijk.
c. Boeren verlieten hun boerderijen en stopten met het betalen van belastingen.
d. Romeinen wilden graag hun polytheïstische geloof behouden, en kregen ruzie met Christenen.
e. Romeinen kregen vaak onenigheid over de opvolging van de keizer.

Slide 8 - Open question

Aan de slag met leerdoel 2 

Stap 1: Verlengde instructie klassikaal.

Stap 2: klassikale vraag leerdoel 2. 


Aan de slag met verdieping

Stap 1: Lees dit artikel over de Val van Rome 

Stap 2: Kijk dit filmpje over de bloei en val van het Romeinse rijk. 
A
B

Slide 9 - Slide

2. Je kunt uitleggen welke drie grote problemen zich afspeelden in het Romeinse rijk vanaf de 4e eeuw. 
  1. Leger te klein om de grote grenzen van het Romeinse rijk te beschermen. 
  2. Belasting was te hoog, boeren stopten met  dit te betalen en trokken weg. 
  3.  Problemen opvolging van de keizer: machtsstrijd. 

476 n.Chr. valt Romeinse rijk uit elkaar nadat de laatste romeinse keizer wordt afgezet. 

Slide 10 - Slide

Leerdoel 2: Noteer met welke drie problemen het Romeinse rijk te maken kregen.

Slide 11 - Open question

3. Je kunt uitleggen waarom mensen op een domein gingen wonen. (blz. 131/132)


4. Je kunt uitleggen wie horigen waren en hoe je een heer werd.
(blz. 131/132)

  • Klaar? Maak opdracht 5A t/m 6C (blz. 132) Daarna 


- Noem de reden waarom mensen op een domein gingen
wonen. 
- Leg uit wat een domein is. 
- Leg uit wie horigen zijn.
- Leg uit hoe je een heer kon worden. 
Verdieping
Lezen over de eerste Frankische Christelijke koning
Herhaling
Kijk een aflevering over de vroege middeleeuwen 

Slide 12 - Slide

3. Je kunt uitleggen waarom mensen op een domein gingen wonen.
  • Mensen gingen voortaan op een domein wonen omdat het veilig was: na de val van het Romeinse rijk werden steden geplunderd en veroverd. 

  • Een domein is: Een gebied met versterkte boerderij, landbouwgrond, een kerk en kleinere boederijtjes

Slide 13 - Slide

4. Je kunt uitleggen wie horigen waren en hoe je een heer werd.



  • Horigen: waren boeren zonder eigen grond. Ruilden hun grond in tegen bescherming van de heer. 

  • Een heer:  een klein aantal boeren die veel grond bezat. 

Slide 14 - Slide

(doel 3 & 4)
Wat is een 'domein'
A
Een beschermd stuk grond wat de eigendom is van een heer, die daar samen met horige boeren wonen en aan landbouw doen.
B
Een beschermd stuk grond wat eigendom is van een horige boer die daar samen wonen en aan landbouw doen.
C
Een open stuk grond wat de eigendom is van een heer, die daar samen met horige boeren wonen en aan landbouw doen.
D
Een religieuze plek waar geestelijken en adel samenkomen.

Slide 15 - Quiz

Aan de slag! (huiswerk)
Maak opdracht 10a, 10b, 10c op blz. 136. 

Klaar? KIJK DIT

Slide 16 - Slide