Voortplantingsorganen man en vrouw oefenen

Oefenen voortplantingsorganen man en vrouw
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenen voortplantingsorganen man en vrouw

Slide 1 - Slide

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 2 - Quiz

Welke secundaire geslachtskenmerken horen bij mannen, vrouwen en allebei?
Gespierder
Borsthaar
Baardgroei
Lagere stem
Zaadlozingen
Ronde vormen
Borsten
Ongesteld
Okselhaar
Groeispurt
Groei geslachts-organen

Slide 3 - Drag question

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Vagina
Blaas
Urinebuis
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 4 - Drag question

Wat is de functie van de clitoris bij de vrouw?
A
produceert eicellen
B
gevoelig voor prikkels, kan leiden tot een orgasme
C
slijmvliesplooi aan het begin van de vagina
D
vervoeren van eicellen

Slide 5 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens en vlak na de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 6 - Quiz

Veel vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie maandverband of tampons om bloed en slijmvlies uit de baarmoeder op te vangen. Een tampon wordt in de vagina ingebracht. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan waarin een tampon wordt ingebracht? 
Letter:
P
Q
R

Slide 7 - Drag question

Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Zaadbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal

Slide 8 - Drag question

Wat is/zijn de voortplantingsorganen van een vrouw?
A
Vagina
B
Eierstokken & eileiders
C
Baarmoeder
D
Alle 3 (A, B & C)

Slide 9 - Quiz

Een vrouw is pas vruchtbaar als ze:
A
15 jaar is
B
ongesteld is geweest
C
14 jaar is
D
een eisprong heeft gehad

Slide 10 - Quiz

Het mannelijk voortplantingsorgaan bevat:
A
prostaat
B
zaadblaasje
C
urineleider
D
urinebuis

Slide 11 - Quiz