Leerjaar 2 Hoofdstuk 1.4 Schrijven (deel 4)

Welkom!
Pak je boeken en etui, zet je tas op de grond.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.

Magister; controle absentie, boeken en huiswerk. 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je boeken en etui, zet je tas op de grond.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.

Magister; controle absentie, boeken en huiswerk. 

Slide 1 - Slide

lezen Password

Slide 2 - Slide

Lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Instructie
  • Inoefenen
  • snap je het?
  • zelfstandig werken
  • afsluiting 5 min voor einde les

Slide 3 - Slide

Wat weet je al van een zakelijke brief schrijven?

Slide 4 - Open question

Doel
Aan het eind van de les kan je een zakelijke brief schrijven.

Slide 5 - Slide

Indeling
Een zakelijke brief heeft een vaste indeling:
  • Inleiding 
  • Kern
  • Slot



Slide 6 - Slide

Inleiding
  • Je vertelt waarom je de brief schrijft: de aanleiding.
  • Je vertelt ook wat je wilt: het doel van je brief.

Slide 7 - Slide

Kern
  • Je legt uit wat je precies wilt weten of je geeft zelf informatie.
  • De kern kan meer alinea's hebben: voor elk deelonderwerp gebruik je één alinea.

Slide 8 - Slide

Slot


  • Je schrijft in de laatste alinea wat je van de lezer wilt.
  • Je kunt de lezer ook bedanken voor de moeite of de aandacht.

Slide 9 - Slide

Zakelijke brief
  • Je gebruikt alinea's voor een duidelijke opbouw van de tekst.
  • Deelonderwerpen -> één onderwerp per alinea
  • Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden
  • Eerste zin van de brief begint nooit met IK
  • Kern is langer dan inhoud en slot
  • Datum in je brief schrijf je met letters
  • Beleefde aanhef
  • Afsluiten met voor- en achternaam

Slide 10 - Slide

De aanhef van een brief is
A
Hallo meneer/mevrouw,
B
Beste meneer/mevrouw,
C
Geachte meneer/mevrouw,
D
Goededag,

Slide 11 - Quiz

In de inleiding van de brief vertel je
A
Waarom je de brief schrijft
B
Wat je van de lezer wil
C
Wie je bent
D
Welke informatie je nodig hebt

Slide 12 - Quiz

Een brief bestaat minimaal uit
A
1 alinea
B
2 alinea's
C
3 alinea's
D
4 alinea's

Slide 13 - Quiz

Een alinea mag maar uit één zin bestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In het adres hoeft het volgende NIET te staan:
A
Voor- en achternaam
B
Telefoonnummer
C
Straatnaam en huisnummer
D
Postcode en woonplaats

Slide 15 - Quiz

Je sluit je brief af met:
A
Groetjes, voornaam
B
Met vriendelijke groet , voornaam
C
Met vriendelijke groet, voornaam + achternaam
D
Groetjes, voornaam + achternaam

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werken
Je gaat een zakelijke brief schrijven aan mevrouw De Jong. Zij is de directeur van onze school. Van je mentor heb je de opdracht gekregen om je mening te geven over de schoolregels. Je laat haar weten met welke schoolregel je het eens bent en met welke niet. Geef hierbij ook duidelijk aan waarom.

Het adres van de school is:
Maris College Bohemen - t.a.v. mevr. N. de Jong - Monseigneur Nolenslaan 16 – 2555 XZ Den Haag

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Stuur je brief nu naar je buurman of buurvrouw
Geef elkaar feedback.
Kijk goed of de brief voldoet aan de eisen.
Geef bij elk onderdeel een tip of top.
Neem het de volgende les mee naar school.

Slide 18 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Open question