1.6 Ademhalen bij dieren

Vandaag
SO 1.1 t/m 1.3: tot 14:02 de tijd
Terugblik vorige week: 1.6 Ademhaling bij dieren
1.7 Roken en blowen
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag
SO 1.1 t/m 1.3: tot 14:02 de tijd
Terugblik vorige week: 1.6 Ademhaling bij dieren
1.7 Roken en blowen
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

B6 Ademhaling bij dieren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij 
  • eencelligen
  • insecten
  • vissen
  • vogels


Slide 3 - Slide

Amoebe
  • Eencellig organisme.
  • Ademhaling via de celmembraan.
  • Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide door de celmembraan.

Slide 4 - Slide

Insecten
 Geen longen

Maar hoe halen ze dan adem?

Slide 5 - Slide

Insecten
  • Ademhaling via Stigma's en tracheeën.
  • Stigma is de opening in de huid.
  • Tracheeën zijn vertakte buisjes in het lichaam.

Slide 6 - Slide

Tracheeën

Vertakte buisjes

Overal in het lichaam

Slide 7 - Slide

Insecten
Stigma's: openingen in het lichaam

Door een pompende beweging te maken met het achterlijf

Lucht komt terecht in het tracheeënstelsel

Slide 8 - Slide

Vissen

Slide 9 - Slide

Vissen
  • Ademhaling via de kieuwen.
  • Vele kieuwplaatjes voor de gaswisseling.
  • Tegenstroomprincipe. 

Slide 10 - Slide

Bij vissen gaat het water langs de kieuwen . Deze nemen (net als onze longen) zuurstof op en geven koolstofdioxide af.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Vogels

Slide 13 - Slide

Vogels
Longen zonder longblaasjes
- de longen bewegen niet

En luchtzakken
- luchtzakken bewegen wel

Slide 14 - Slide

Longen en luchtzakken

Slide 15 - Slide

1.7 Roken en blowen
- Je kunt de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen opnoemen

Slide 16 - Slide

Door voorlichting over
roken weet iedereen dat
roken slecht voor je is,
MAAR toch rookt nog 
zo'n 20% van de mensen

Slide 17 - Slide

Rokers leven korter dan niet-rokers
- Door roken kun je hart- en vaatziekten en longziekten krijgen 
- 2 longziekten: longkanker en COPD (= een ongeneeslijke ontsteking van de luchtwegen)
- Tabaksrook veroorzaakt ontstekingen -->slijmvlies zwelt op--> meer slijm vorming --> luchtpijptakjes raken verstopt
- Roken verhoogt ook de kans op andere ziekten, zoals oogziekten, darmontstekingen, dementie en reuma

Slide 18 - Slide

- Nicotine is de verslavende stof in sigaretten. Heeft een opwekkend effect en zorgt voor een verhoging van de hartslag en bloeddruk --> hogere kans op hart- en vaatziekten
- Teer beschadigt de binnenkant van de luchtwegen --> trilhaarcellen raken beschadigd waardoor het slijm minder goed kan worden afgevoerd --> "rokershoest" en grotere kans op infectie van de luchtwegen
- Koolstofmonoxide is een reukloos gas. Als het wordt opgenomen in je bloed is er minder "plaats" voor zuurstof --> je cellen kunnen dan te weinig zuurstof krijgen

Slide 19 - Slide

Passief roken/meeroken
Als iemand in jouw buurt rookt, krijg jij ook de schadelijke stoffen binnen!

Daarom is het verboden in openbare ruimtes te roken

Slide 20 - Slide

E-sigaret en shishapen
- E-sigaretten (vapes) verdampen een vloeistof die nicotine en een smaakje bevat
- Shishapennen zijn e-sigaretten maar dan meestal zonder nicotine
- Oplaadbare sigaret verhit een tabaksstick

Alle drie bevatten schadelijke stoffen zoals nicotine, metalen en nog veel meer!! Gevolg: schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en grotere kans op kanker

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waterpijp/shisha
Mensen denken dat dit niet schadelijk is, omdat de schadelijke stoffen in het water zouden oplossen, maar dit is NIET waar... Het water werkt niet als filter en de schadelijke stoffen komen alsnog in je longen

Bij het roken van een waterpijp komt er 30 leer meer koolstofmonoxide vrij dan bij sigaretten... Mogelijk koolstofmonoxidevergiftiging: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, vermoeidheid
Bij langere blootstelling kan je bewusteloos raken of zelfs doodgaan...

Slide 23 - Slide

Roken is dus superslecht voor je!! Maar waarom roken mensen dan eigenlijk?

Roken is verslavend; als je er eenmaal aan begint, is het heel lastig stoppen

Slide 24 - Slide

- Geestelijk afhankelijk
- Gewenning
- Lichamelijk afhankelijk (= verslaafd)

Vroeger was roken cool, nu verandert dat imago

Slide 25 - Slide

Cannabis
- Hasj en wiet afkomstig van de hennepplant
- THC (tetrahydrocannabinol) = de werkzame stof
- CBD (cannabidiol)
- Cannabis wordt meestal gerookt, gegeten of ingeademd na verdampen
- Bij het roken van een joint komt er 5 keer meer teer in je longen dan bij een sigaret... Blowen is dus erg slecht voor je!!

Slide 26 - Slide

Effecten van cannabis
- Afhankelijk van de soort wiet/hasj
- Indica --> stoned (lui, ontspannen)
- Sativa --> high (energiek, vrolijk)
- Lichamelijke effecten: versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, angst, verminderde concentratie en geheugenproblemen
- Op lange termijn: kans op slapeloosheid, somberheid, concentratieproblemen en psychische stoornissen zoals depressie, angstklachten en schizofrenie

Slide 27 - Slide

Huiswerk
  •  1.6: Ademhaling bij dieren: 7, 8 (blz. 51)
  • 1.7: Roken en blowen: maken 1 t/m 4 (58-59)

  • 2.1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen: lezen blz 92-95
  • 2.1: maken opgaven 1 t/m 3, 5, 7, 8 (blz. 96-100)

Slide 28 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Leerdoelen:
- Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen
- Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt essentiële en niet essentiële voedingsstoffen onderscheiden

Slide 29 - Slide

Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet of drinkt, noem je voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen worden onderverdeeld in plantaardige voedingsmiddelen en dierlijke voedingsmiddelen


Slide 30 - Slide

Functies van voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel

Voedingsstoffen kunnen 4 functies vervullen:
1. Brandstof
2. Bouwstof
3. Reservestof
4. Beschermende stof (mineralen en vitaminen)

Slide 31 - Slide

6 groepen voedingsstoffen
  1. Eiwitten
  2. Koolhydraten 
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 32 - Slide

Koolhydraten
  • Insuline, glucagon
  • Glycogeen 

  • Voedingsvezels: plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren; afkomstig uit de celwand van planten
  • Zorgt voor het "ik zit vol"-gevoel
  • Goed voor de darmwerking

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide