What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
havo 4/vwo 3 - W.47: voorzetsels, keuzevoorzetsels, naamvallen
Herzlich willkommen!
Heute im Unterricht:
- Voorzetels met de 3e of 4e naamval
- Keuze voorzetsels
- wat is het?
- wat moet je kennen?
- üben!
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herzlich willkommen!
Heute im Unterricht:
- Voorzetels met de 3e of 4e naamval
- Keuze voorzetsels
- wat is het?
- wat moet je kennen?
- üben!
Slide 1 - Slide
Herzlich willkommen!
Lernziele: De leerling...
kent de voorzetsels met de 3de en de 4de naamval.
kan de 3e en 4e naamval in een zin herkennen.
kan de 3e en 4e naamval in een zin toepassen. (Aan de hand van bijv. voorzetsels)
kent de keuzevoorzetsels.
kan de regels die bij de keuzevoorzetsels horen toepassen in verschillende zinnen.
Slide 2 - Slide
Welke voorzetsels horen bij welke categorie? Slepen maar!
Voorzetsels + 3
Voorzetsels + 4
durch
nach
entgegen
mit
für
entlang
ohne
bei
zu
seit
bis
von
um
aus
gegen
gegenüber
außer
Slide 3 - Drag question
Vertaal de voorzetsels
bij
met
na, naar
van
uit
naar
bei
mit
nach
von
aus
zu
Slide 4 - Drag question
Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder
om
tot
durch
für
gegen
ohne
um
bis
Slide 5 - Drag question
1e naamval
4e naamval
3e naamval
onderwerp
hem
hij
Voorzetsels 1
Lijdend v.w.
meewerkend voorwerp
aan hem
Voorzetsels 2
Slide 6 - Drag question
Grammatik D
Wechselpräpositionen
=
Keuzevoorzetsels
Slide 7 - Slide
Wechselpräpositionen
an (aan)
auf (op)
hinter (achter)
über (over/boven)
neben (naast)
in (in)
unter (onder)
vor (voor)
zwischen (tussen)
Slide 8 - Slide
Wechselpräpositionen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
werkwoorden & keuzevoorzetsels:
(sich) legen
(sich) stellen
(sich) setzen
Slide 11 - Slide
Wechselpräpositionen stap 1
Kijk naar keuzevoorzetsel
en
werkwoord:
rust (toestand)(wo?) = +3
beweging (wohin?) = +4
tijdsbepaling (wann?) = +3
Slide 12 - Slide
Wechselpräpositionen
3e
naamval:
-waar:
Wo?
(plaatsbepaling)
Ich wohne in einem Dorf.
-wanneer:
Wann?
(tijdsbepaling)
Am Freitag muss ich arbeiten.
4e
naamval:
-waarheen/beweging
Wohin?
Er liegt das Buch auf den Tisch
Slide 13 - Slide
3e of 4e naamval:
Unsere Schule liegt in ein.... Stadt (v)
A
3e einer
B
4e eine
Slide 14 - Quiz
3e of 4e naamval:
Sabine legt die Schuhe in de.. Schrank (m)
A
3e dem
B
4e den
Slide 15 - Quiz
3e of 4e naamval: Die Schüler brauchen nicht in d... Wochenende (o) zur Schule zu gehen.
A
3e in dem
B
4e in das
Slide 16 - Quiz
Meine Mutter sitzt in … Küche (v).
A
die
B
der
C
das
D
dem
Slide 17 - Quiz
Das Heft fällt auf … Boden (m)
A
der
B
des
C
dem
D
den
Slide 18 - Quiz
Vervoeg: Mein Auto steht draußen auf (de) ________ Straße (v)
Slide 19 - Open question
Vervoeg: Leg das Fleisch in (de) ________ Kühlschrank (m)!
Slide 20 - Open question
Wechselpräpositionen stap 2
Geen rust, beweging in een richting of een tijdsbepaling?
Geen
antwoord op
Wo, Wann
of
Wohin
:
Pas dan de 7/2 regel toe: (komt
nog
niet in de S.O.)
auf/über +4
rest +3
Slide 21 - Slide
Wechselpräpositionen
an (aan)
auf (op)
hinter (achter)
über (over/boven)
neben (naast)
in (in)
unter (onder)
vor (voor)
zwischen (tussen)
Slide 22 - Slide
Wat houdt de 7/2 regel in? Meerdere antwoorden zijn goed!
A
7 voorzetsels = 3e en 2 voorzetsels 4e
B
7 voorzetsels = 4e en 2 voorzetsels 3e
C
auf en über krijgen 3e naamval
D
auf en über krijgen dan 4e naamval
Slide 23 - Quiz
Wir treffen uns vor der Schule
A
ergens zijn (Wo?)
B
tijdsbepaling (Wann?)
C
ergens heengaan (Wohin?)
D
7/2
Slide 24 - Quiz
Wir haben über diesen Verein gesprochen.
A
ergens zijn (Wo?)
B
tijdsbepaling (Wann?)
C
ergens heengaan (Wohin?)
D
7/2
Slide 25 - Quiz
Er hatte Freude an dem Spiel.
A
ergens zijn (Wo?)
B
tijdsbepaling (Wann?)
C
ergens heengaan (Wohin?)
D
7/2
Slide 26 - Quiz
Wir gehen in die Stadt
A
ergens zijn (Wo?)
B
tijdsbepaling (Wann?)
C
ergens heengaan (Wohin?)
D
7/2
Slide 27 - Quiz
Er hat vor _____ Jahr (o) einen Unfall gehabt.
A
ein
B
einem
C
einen
D
eine
Slide 28 - Quiz
Welke regel krijg je, als geen antwoord kan geven op de vragen Wo/Wann/Wohin?
Slide 29 - Open question
Herzlich willkommen!
Werkwoorden en naamvallen
Slide 30 - Slide
Herzlich willkommen!
Werkwoorden en naamvallen
Tipp:
Bedenk eens in welke varianten een werkwoord kan staan.
hilft - half - hat geholfen
Slide 31 - Slide
Herzlich willkommen!
An die Arbeit
Lektion 4
- Übt jetzt mit Aufgaben 40 und 41 im Arbeitsbuch Seite 83/84.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
havo 4/vwo 3 - W.47: voorzetsels, keuzevoorzetsels, naamvallen
November 2022
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
vwo 4 - voorzetsels, keuzevoorzetsels, naamvallen
June 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Wechselpräpositionen
November 2022
- Lesson with
28 slides
Deutsch Kapitel 6 Keuzenaamvallen
April 2020
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Keuzevoorzetsels
June 2019
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Keuzevoorzetsels
April 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H41 7.1. en 8.1.2021
January 2021
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3H 18-9-2019 die Wechselpräpositonen
September 2018
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3