Lezen hfst. 2

Startopdracht
10 minuten in stilte lezen

timer
10:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht
10 minuten in stilte lezen

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Welkom A2 in les 27
Vandaag:
startopdracht: lezen
lesdoelen
huiswerk: nabespreken
herhaling
kernopdracht: leesvaardigheid
terugkoppeling



Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- concluderend, redengevend, oorzakelijk en vergelijkend verband herkennen
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen

Slide 3 - Slide

Huiswerk
opdracht 4 van hfst. 2 nakijken

vragen?
samen kort bespreken

Slide 4 - Slide

Welke 4 tekstverbanden hebben we in leerjaar 1 behandeld?

Slide 5 - Open question

Tekstverbanden
Naast een chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend tekstverband, onderscheiden we ook de volgende tekstverbanden: 
- concluderend tekstverband
- redengevend tekstverband
- oorzakelijk tekstverband
- vergelijkend tekstverband

Slide 6 - Slide

Wat houdt een concluderend tekstverband in?

Slide 7 - Open question

concluderend tekstverband
Bij een concluderend tekstverband trekt de auteur een conclusie uit informatie die eerder in de tekst is gegeven. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook 

Slide 8 - Slide

Wat houdt een redengevend tekstverband in?

Slide 9 - Open question

Redengevend verband
Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt. Je hebt hier zelf een keuze. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, vanwege


Slide 10 - Slide

Wat houdt een oorzakelijk tekstverband in?

Slide 11 - Open question

Oorzakelijk verband
Een oorzakelijk verband laat zien waardoor iets gebeurt. Je hebt hier zelf geen invloed op. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij, door te


Slide 12 - Slide

Wat houdt een vergelijkend tekstverband in?

Slide 13 - Open question

Vergelijkend verband
Met een vergelijkend verband maakt de auteur iets duidelijk door een verschil of een overeenkomst te noemen.

Bijbehorende signaalwoorden: 
in vergelijking met, net als, als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met


Slide 14 - Slide

Welk verband vind je in de volgende zin?

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.
timer
0:30
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend

Slide 15 - Quiz

Welk verband vind je in de volgende zin?

Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had.
timer
0:30
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend

Slide 16 - Quiz

Welk verband vind je in de volgende zin?

Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger.
timer
0:30
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend

Slide 17 - Quiz

Welk verband vind je in de volgende zin?

Dit jaar wil ik op vakantie naar Turkije en dat kost nogal wat.
timer
0:30
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend

Slide 18 - Quiz

Noteer het signaalwoord en het verband:

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
timer
0:30

Slide 19 - Open question

Noteer het signaalwoord en het verband:

Het is dus belangrijk om regelmatig het huiswerk te controleren.
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Noteer het signaalwoord en het verband:

Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie.
timer
0:30

Slide 21 - Open question

Noteer het signaalwoord en het verband:

Net als in Amerika gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodketens.
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Huiswerk

Maak de proeftoets

Slide 23 - Slide

Terugkoppeling
- concluderend, redengevend, oorzakelijk en vergelijkend verband herkennen
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen

Slide 24 - Slide

TERUGKOPPELING
Welk(e) tekstverband(en) vind je nog lastig te vinden?

Slide 25 - Open question

Terugkoppeling
Bedankt voor de aandacht en tot de volgende keer!
Bedankt voor de aandacht en tot de volgende keer!

Slide 26 - Slide