1. La maison (de grote groene huizen)=
2. La fille (een gelukkig meisje)=
3. La robe (een leuke zwarte jurk)=
4. L’appartement (m) = een oud appartement
5. Le plat (=het gerecht) = Twee lekkere (=goede) Franse gerechten
6. L’activité (vr) = een sportieve activiteit