This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.
Slide 17 - Quiz
Wat is de huid?
A
een orgaan
B
een weefsel
C
een orgaanstelsel
D
een cel
Slide 18 - Quiz
De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door ..........
A
Zweet
B
Vocht
C
Talg
D
Slijm
Slide 19 - Quiz
De huid heeft 3 taken. Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon
Slide 20 - Quiz
Welk zintuig van de huid ligt dieper in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen
Slide 21 - Quiz
Je loopt naar buiten en krijgt het koud. Wat gebeurt er met je huid? De huid wordt
A
Bleek
B
Rood
Slide 22 - Quiz
Hiernaast zie je een stukje huid schematisch weergegeven. Heeft deze persoon het warm of koud? Noem 2 eigenschappen waaraan je dat kunt zien. Je kunt de afbeelding vergroten door er op te klikken.
Slide 23 - Open question
Wat doen warmtezintuigen in de huid?
A
zintuigen die warm zijn
B
zintuigen die warm worden als je ze gebruikt
C
zintuigen die reageren op warmte
D
koud maken van je huid
Slide 24 - Quiz
In het zintuig voelen zijn verschillende onderdelen: Tastzintuigen:
A
De zintuigen waarschuwen je als je in aanraking komt met iets warms.
B
Deze zintuigen reageren als er iets op je huid drukt. Ze liggen diep in je huid.
C
Deze zintuigen waarschuwen je als je in aanraking komt met iets kouds.
D
Door dit zintuig kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen.
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
bij een tweedegraads verbranding geeft de huid het volgende beeld
A
blaarvormig
B
open blaren
C
verkoold
D
rood en gezwollen
Slide 44 - Quiz
Welke woorden horen op de puntjes?Bij een eerste graad verbranding is de huid……….beschadigd. Bij een eerste graad verbranding is de huid…… van kleur
A
Niet, rood
B
Wel, wit
C
Een beetje, rood
D
Niet, wit
Slide 45 - Quiz
Bij een 3e graads verbranding kan je huid zwarte plekken hebben.