Invalles 2E/2G

- Herhalen werkwoordspelling

- Uitleg 2.8 en 2.9

- Huiswerkplanning

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Herhalen werkwoordspelling

- Uitleg 2.8 en 2.9

- Huiswerkplanning

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Spelling H2:

- Je kunt werkwoorden vervoegen, ook in zinnen met twee onderwerpen en twee gezegdes (samengestelde zinnen).

- Je kunt Engelse leenwerkwoorden vervoegen.


Slide 2 - Slide

Vergelijk de volgende zinnen

a Niemand weet precies wat er is gebeurd tijdens het feest dat Sam had georganiseerd.


b Tijdens het extreem lange lesuur Nederlands kwam er opeens een Sinterklaas met Pieten binnenlopen.


Tip: kijk naar het onderwerp en de persoonsvorm



Slide 3 - Slide

Zinnen met twee onderwerpen en twee gezegdes

Niemand weet precies wat er is gebeurd tijdens het feest dat Sam had georganiseerd.


b Tijdens het extreem lange lesuur Nederlands kwam er opeens een Sinterklaas met Pieten binnenlopen.


Tip: kijk naar het onderwerp en de persoonsvorm



Slide 4 - Slide

Zinnen met twee onderwerpen en twee gezegdes

Belangrijk: bepaal eerst wat voor werkwoord het betreft voordat je een werkwoord noteert.


2 Als je ............ (aanvaarden) dat de dingen gaan zoals ze gaan, ...... (worden) je ook niet snel ........ (teleurstellen).

3 Het .............. (verbazen) me nu niet dat er morgen weer regen wordt ........... (voorspellen)



Slide 5 - Slide

Noem een werkwoord dat
we lenen uit de Engelse taal.

Slide 6 - Mind map

Voorbeelden

smashen

faxen

liken

streamen

racen

downloaden

passen (een pass geven)

barbecuen

googelen

Slide 7 - Slide

Uitleg spelling Engelse ww.

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands net als de zwakke werkwoorden:

- tegenwoordige tijd:           ik-vorm, ik-vorm + t en hele werkwoord

- verleden tijd:                         't k o f s ch i p - x      :          ik-vorm + te(n) of de(n)

- voltooid deelwoord:           't k o f s ch i p- x


Ik jog - hij jogt - wij joggen     ik jogde - wij jogden              wij hebben gejogd

ik race - hij racet - wij racen   ik racete - wij raceten           wij hebben geracet

Slide 8 - Slide

Uitleg spelling Engelse ww.

Uitzondering!

Sommige Engelse werkwoorden behouden hun dubbele medeklinker, om zo de Engelse uitspraak te behouden:


paintballen - ik paintball - ik paintballde

passen - ik pass - ik passte

stressen - ik stres - ik streste

Slide 9 - Slide

Op het strand heb ik mijn benen met zand.......... (scrubben).

Slide 10 - Open question

Huub ...... (skaten) met hoge snelheid over de dijk.

Slide 11 - Open question

Tijdens het pinnen moet je opletten dat je pas niet ....... (skimmen) wordt.

Slide 12 - Open question

Gisteren ........... (deleten) Bente al haar foto's.

Slide 13 - Open question

Huiswerk

- Sp. H2: 1 t/m 3

- Over taal H2: 1 t/m 6

(woensdag 9 januari - mt)


Boekopdracht 2

23 januari (mentoruur)



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide