paragraaf 13.2: zuinig met stoffen

paragraaf 13.2: zuinig met stoffen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

paragraaf 13.2: zuinig met stoffen

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag 
Uitleg paragraaf 13.2 
Zelf aan de slag (+ gelegenheid om vragen te stellen) 
Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Wat leer je vandaag?
  • een aantal begrippen die te maken hebben met energie en rendement
  • Rekenen met de atoomeconomie (+herhaling rendement)

Slide 3 - Slide

Duurzaamheid van een product 
De gehele keten (levensloop) van een product moet worden meegenomen 
--> ketenanalyse
Levensloop:
  1. productiefase
  2. gebruiksfase
  3. afvalfase

Slide 4 - Slide

drie formules voor berekenen duurzaamheid reactie

Slide 5 - Slide

Eerder gehad: Rendement
Binas T37H

Slide 6 - Slide

Bij de verbranding van 10 g methaan ontstaat 15 g water. Bereken het rendement van deze omzetting. 
Stap 1: Bereken de theoretische opbrengst
(eerst reactievergelijking)
Stap 2: Bereken het rendement 

Slide 7 - Slide

Stap 1: Bereken de theoretische opbrengst

Slide 8 - Slide

Stap 2: Bereken het rendement 
Bij de verbranding van 10 g methaan ontstaat 15 g water. Bereken het rendement van deze omzetting. 

Slide 9 - Slide

Bij de bereiding van zuurstof onstaat 12 g zuurstof uit 40 g kaliumchloraat. Bereken het rendement.
2KClO32KCl+3O2
A
76,4 procent
B
15,7 procent
C
39,2 procent
D
geen idee

Slide 10 - Quiz

Stap 1: Bereken de theoretische opbrengst

Slide 11 - Slide

Stap 2: Bereken het rendement 

Slide 12 - Slide

Atoomeconomie
  • Een andere manier van het berekenen van de duurzaamheid is de atoomeconomie.
  • De atoomeconomie is berekenen welk deel van de moleculen van de beginstoffen in het gewenste reactieproduct terecht komen.
  • Het doel hier is ook 100%

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Atoomeconomie
CaCO3 --> CaO + CO2




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Voor welke reactie is de atoomeconomie 100%?

Slide 17 - Slide

Wat is juist over de atoomeconomie van de vorming van ijzer(III)chloride in de volgende reactie:
2 Fe + 3 Cl₂→ 2 FeCl₃
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%

Slide 18 - Quiz

Aan de slag 
Eerst examenopgaven van gisteren afmaken 
daarna werken aan weektaak

Slide 19 - Slide