Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn.
Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Feiten en meningen
Een feit kun je controleren.
Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn.
Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.
Slide 1 - Slide
Signaalwoorden argumenten
Want
Omdat
Daarom
Namelijk
Slide 2 - Slide
Startopdracht blz. 90
Zoek de startopdracht op blz. 90. Bekijk de afbeeldingen.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.
Veel succes!
Slide 3 - Slide
1. Je moet 10 punten geven aan de lelijkste hond. Welke hond krijgt van jou 10 punten? Hond A, B of C?
Slide 4 - Open question
2. In het juryrapport schrijf je waarom de door jou gekozen hond tien punten krijg. Maak de zin af: Hond...vind ik het lelijkst, omdat.......
Slide 5 - Open question
Opdracht 1 blz. 91
Zoek de opdracht 1 op blz. 91.
Geef bij de volgende stellingen aan of het om een feit of een mening gaat.
Veel succes!
Slide 6 - Slide
1.a Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken.
A
Feit
B
Mening
Slide 7 - Quiz
1.b Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden.
A
Feit
B
Mening
Slide 8 - Quiz
1.c Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort.
A
Feit
B
Mening
Slide 9 - Quiz
1.d In juli 2015 werd in Goes een muurkunstfestival gehouden.
A
Feit
B
Mening
Slide 10 - Quiz
1.e Op negen buitenmuren werd graffiti gemaakt.
A
Feit
B
Mening
Slide 11 - Quiz
1.h Volgens mij is de duif het mooiste kunstwerk ooit gemaakt.
A
Feit
B
Mening
Slide 12 - Quiz
Opdracht 2 blz. 91
Zoek de opdracht 2 op blz. 91. Bekijk en lees tekst 2.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.
Veel succes!
Slide 13 - Slide
1.g Super A maakte een huizenhoge duif van 32 meter hoog.
A
Feit
B
Mening
Slide 14 - Quiz
1.f Dat was heel leuk om een keer te zien.
A
Feit
B
Mening
Slide 15 - Quiz
2.1 Wat zijn 'buitenbeentjes'?
Slide 16 - Open question
2.2 Noteer twee voorbeelden van buitenbeentjes.
Slide 17 - Open question
2.3 Bij welke twee klanten is het onderstreepte gedeelte in de zin het argument?
Slide 18 - Open question
2.4 Noteer van elke klant het signaalwoord bij het argument.
Slide 19 - Open question
2.5 Welke twee klanten zijn het ongeveer met elkaar eens?
Slide 20 - Open question
Opdracht 3 blz. 92
Zoek de opdracht 2 op blz. 92. Bekijk en lees tekst 3.
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.
Veel succes!
Slide 21 - Slide
3.1 Is de titel een feit of een mening
A
Feit
B
Mening
Slide 22 - Quiz
3.2 Wat is het onderwerp van tekst 3?
A
Illegale handel in Ivoor
B
Jacht op olifanten
C
Sieraden van mensentanden
Slide 23 - Quiz
3.3 Sleep de juiste betekenis naar de woorden uit de tekst.
Stroperij (al.1)
Illegale (al. 1)
Grondstoffen (al. 2)
Schaars (al. 2)
Formaat (al. 3)
Statement (al. 5)
Stoffen die uit de natuur komen en die nog bewerkt moeten worden
Iets waar weinig van is
Krachtige bewering
Afmeting, grootte
Wat niet mag volgens de wet
Het stiekem vangen of doden van dieren
Slide 24 - Drag question
3.4 Is de eerste zin van alinea 1 een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening
Slide 25 - Quiz
3.5 Waarom bedacht Lucie Majerus Human Ivory?
Slide 26 - Open question
3.6 Staan in alinea 2 vooral feiten of meningen?
A
Vooral feiten
B
Vooral meningen
Slide 27 - Quiz
3.7 In alinea 3 legt Lucie uit waarom ze haar verstandskies waardevol vond. Aan welk signaalwoord herken je het argument?
Slide 28 - Open question
3.8 Waarom krijgen snijtanden een druppelvorm? (al. 4)
Slide 29 - Open question
3.9 Aan welk signaalwoord herken je het argument?
Slide 30 - Open question
3.10 Waarom vindt Lucie dat haar sieraden een statement zijn tegen stroperij?
A
Bij sieraden van dierlijk ivoor is het ivoor gestolen, bij haar sieraden niet.
B
Ivoor van dieren is zeldzaam en duur, het ivoor van mensen is gratis.
C
Sieraden van menselijk ivoor zijn allemaal anders, die van dierlijk ivoor niet.
Slide 31 - Quiz
3.11 Wat vind jij van een sieraard van je eigen tanden of kiezen? Gebruik in je mening een of meer van deze beoordelingswoorden: 'mooi', 'waardevol', 'leuk', 'origineel', 'grappig', 'lelijk', 'vreemd', 'smakeloos', 'vies'. Leg je mening uit met een argument.