Financieel BOL N3 Les 2

Financieel BOL N3
College  - Administratie/ inventariseren / balans



Les 1 - Introductie / inventariseren / balans
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Financieel BOL N3
College  - Administratie/ inventariseren / balans



Les 1 - Introductie / inventariseren / balans

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van hoofdstuk 1..
  • Weet je wat wordt bedoeld met een financiële administratie
  • Kun je uitleggen hoe je een balans leest
  • Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met het EV
  • Kun je uitleggen wat het doel is van de hulprekeningen van het EV
  • Kun je m.b.v. de hulprekeningen het bedrijfsresultaat uitrekenen
  • Kun je het onderscheid maken tussen diverse kosten (direct-indirect-variabel en vast)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
Financiële gegevens: alle gegevens die in geld zijn uit te drukken
Financieel management: De manier waarop de financiën worden beheerd.
Financiële administratie: De wijze waarop de financiële gegevens worden vastgelegd en beheerd


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De balans

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Debet

Vaste activa
Vlottende activa


Credit

Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Eigen vermogen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kun je een aantal voorbeelden van schulden en bezittingen noemen?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Te vorderen = debiteuren
te betalen = crediteuren
Klanten bij wie je nog een bedrag kunt vorderen noem je
A
Schuldeisers
B
Schuldenaren
C
Crediteuren
D
Debiteuren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Balans

"een balans is een overzicht van schulden, bezittingen én het eigen vermogen van een bedrijf"

Het kenmerk van een balans is dat beide zijden in evenwicht zijn. De bezittingen aan de linkerkant zijn betaald met het vermogen (vandaar 'schulden') aan de rechterkant.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bezittingen
Vaste activa - bezittingen langer dan een jaar in het bedrijf Bijvoorbeeld: gebouw, machines, apparatuur en transportmiddelen.
 
Vlottende activa - bezittingen korter dan een jaar in het bedrijf. Bijvoorbeeld: voorraad of openstaande facturen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schulden
Vreemd vermogen lang: schulden met een looptijd langer dan een jaar. Bijvoorbeeld de hypotheek.

Vreemd vermogen kort: schulden met een looptijd korter dan een jaar. Bijvoorbeeld bestellingen die je nog moet betalen of nog te betalen belasting.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eigen vermogen
Het Eigen Vermogen (EV) is het verschil tussen schulden en bezittingen. In een gezonde situatie staat het Eigen Vermogen aan de rechterkant op de balans. Het Eigen Vermogen kun je beschouwen als een schuld van het bedrijf áán de ondernemer.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Eigen Vermogen (EV)
1. Opbrengst Verkopen (omzet)
2. Inkoopprijs Verkopen (voorraad)
3. Kosten
4. Privé

         Hulprekeningen EV

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen omzet en opbrengst verkopen?

Slide 16 - Open question

Omzet is incl BTW en opbrengst verkopen excl BTW

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Winst en verliesrekening
  • Hiermee reken je het Eigen Vermogen uit.
  • Een overzicht van de opbrengsten en kosten van de onderneming over een periode. Meestal een jaar.
  • Het verschil tussen de opbrengsten en kosten  noem je het bedrijfsresultaat. Ook wel de winst of het verlies.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Balans
Debet
                                      Credit
Bezittingen






EV
Schulden

Slide 19 - Slide

Ezelsbruggetje: 
  • Balans begint met een B, aan deze kant komen de bezittingen (ook: debet)
  • Balans eindigt met een S, aan deze kant koment de schulden (ook: credit (met de r van rechterkant)
Belangrijke begrippen:
  • Inventariseren 
  • Balans 
  • Grootboek 
  • Financiële feiten 
  • Rekeningschema 
  • Kolommenbalans

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Grootboek

"een balans in delen"
Deze delen noemen we "rubrieken
of ook wel "grootboekrekeningen"

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Financiële feiten
"een verandering in bezit, schuld of Eigen Vermogen"

Bijvoorbeeld: Je verkoopt een kilo bananen
of...
Je koopt een nieuwe bestelbus.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Balans
Debiteren = Bezit                      Schulden
Crediteren = Schulden              Bezit
Debet
                                      Credit
Transportmiddelen         +/+




Bank                                   -/-

Slide 23 - Slide

Ezelsbruggetje: 
  • Balans begint met een B, aan deze kant komen de bezittingen (ook: debet)
  • Balans eindigt met een S, aan deze kant koment de schulden (ook: credit (met de r van rechterkant)
Kosten
Vaste kosten

Kosten die je hebt, los van je omzet/productie

Directe kosten

Kosten die direct zijn toe te wijzen aan een product


Variabele kosten

Kosten die samenhangen met omzet/productie
Indirecte kosten

Kosten die niet direct zijn te wijzen aan een product

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een vaste kostensoort?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een indirecte kostensoort?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

vaste en direct
vaste en indirect
variabel en indirect
variabel en direct
Personeelskosten van verkoper
Telefoonkosten
Verpakkingsmateriaal
Salaris manager
Administratiekosten
Onderhoud koelcel

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Werkcollege
Bestudeer E-book Hoofdstuk 1
Maak de zelfcheck
Maak flashcards met begrippen van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 5

Slide 29 - Slide

This item has no instructions