Typisch Nederlands eten

Eten en drinken
Typisch Nederlands eten


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eten en drinken
Typisch Nederlands eten


Slide 1 - Slide

Typisch Nederlands eten

Slide 2 - Mind map

Wat eten Nederlanders het vaakst als avondeten denk je?

Slide 3 - Open question

Zo meteen gaan we een filmpje zien en probeer antwoord te geven op de volgende vragen: 

1. Wat eten Nederlanders het vaakst als avondeten?

2. Welke groente eten Nederlanders het vaakst?

3. Wat is het populairste vlees?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Eten en drinken
Meest gegeten avondeten in Nederland is de AVG: 
  • Aardappels 
  • Vlees 
  • Groente

Slide 6 - Slide

Typisch eten uit jullie cultuur:

Slide 7 - Open question

Wat is het verschil tussen Nederlands eten en het eten uit je eigen land?

Slide 8 - Open question

Hoe laat eten de meeste mensen in Nederland?
A
18.00
B
19.00
C
17.00
D
20.00

Slide 9 - Quiz

Opdracht: 

Ga naar deze site en maak de vragen op het blaadje.

https://npokennis.nl/story/361/wat-is-typisch-nederlands-eten 

Slide 10 - Slide

Vinden jullie Nederlands eten lekker?
Ja
Nee
Weet ik niet zo goed

Slide 11 - Poll


A
lekker
B
niet lekker

Slide 12 - Quiz


A
lekker
B
niet lekker

Slide 13 - Quiz


A
lekker
B
niet lekker

Slide 14 - Quiz


A
lekker
B
niet lekker

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link


A
lekker
B
niet lekker

Slide 17 - Quiz

Oefening schrijven:

Vraag wat je buurman / buurvrouw lekker vindt en schrijf de antwoorden in je schrift op: 

  • Wat vind je lekker?               ->  Klaas vindt pizza lekker.
  • Wat vind je niet lekker?                
  • Wat is je lievelingseten?  
  • Waarom vind je het zo lekker?             
  • Hoe vaak eet je jouw lievelingseten?

Slide 18 - Slide

Oefening spreken:

Probeer aan je buurman / buurvrouw uit te leggen hoe je jouw lievelingsgerecht maakt. 


Slide 19 - Slide

Hoe zeg je eet smakelijk in je eigen taal?

Slide 20 - Open question