H4 Talent h4 par. 1 les 1

Talent H4
'Slapen en gezondheid'
Beschouwende teksten
Blz. 64 en 65: leerdoelen en theorie
           -'nieuwe' theorie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Talent H4
'Slapen en gezondheid'
Beschouwende teksten
Blz. 64 en 65: leerdoelen en theorie
           -'nieuwe' theorie

Slide 1 - Slide

Globale planning:
Circa 16 lessen
Ongeveer twee lessen per tekst
          -4 teksten in paragraaf 2 + 3 = circa 8 lessen
          -schrijfopdracht
          -leeskring/mondeling

Slide 2 - Slide

De beschouwing
Informerende teksten (H2)
Betogende teksten (H3)
Beschouwende teksten (H4)

Slide 3 - Slide

Wat weet je van een beschouwing?

Slide 4 - Mind map

Theorie beschouwing
  • Beschouwing = lezer laten nadenken over een bepaalde kwestie / je gedachten ergens over laten gaan / voors en tegens op een rijtje zetten / 
  • Een voorbeeld. Er is een probleem:
  • uitleggen waarom iets een probleem is
  • verschillende verklaringen/oorzaken voor het probleem
  • verschillende oplossingen voor het probleem
  • de voor- en nadelen van de voorgestelde oplossingen
  • verschillende meningen van deskundigen

Slide 5 - Slide

Verschil betoog?
Wat is het verschil met een betoog? -> in een betoog probeer je de lezer te overtuigen van jouw mening, in een beschouwing mag de lezer zelf een oordeel vellen aan de hand van verschillende meningen.

Slide 6 - Slide

Overeenkomsten betoog?
Wat is wel hetzelfde?
  • Opbouw: inleiding, middenstuk, slot
  • Inleiding: beginnen met aandachttrekker, onderwerp introduceren, hoofdvraag (ipv standpunt)
  • middenstuk: per mening/voor- of nadeel/oplossing een alinea
  • Slot: korte samenvatting, hoofdvraag herhalen

Slide 7 - Slide

Geschikte tekststructuren
voor- en nadelenstructuur
In de inleiding introduceer je de kwestie en stel je een vraag of poneer je een stelling. In het middenstuk beschrijf je de voor- en nadelen van de vraag/stelling en in het slot is er een afweging en conclusie. Let op dat de voor- en nadelen in evenwicht zijn!
2
probleem-oplossingsstructuur
In de inleiding bespreek je het probleem. In het middenstuk bespreek je de gevolgen (waardoor is het een probleem?), de oorzaken van het probleem en mogelijke oplossingen. In het slot geef je een korte samenvatting of afweging. Als je een betoog schrijft, bespreek je in het slot de beste oplossing. In een beschouwing doe je dat niet, omdat je dan teveel één kant op gaat.
1
verklaringsstructuur
In de inleiding bespreek je een bepaald verschijnsel. In het middenstuk geef je kenmerken, voorbeelden, verklaringen, oorzaken en/of redenen voor het verschijnsel. In het slot geef je een samenvatting of conclusie. Bij deze tekststructuur is het belangrijk dat je verschillende experts aan het woord laat.
3

Slide 8 - Slide

Aan de slag; 
Blz. 65 paragraaf 1:
-vragen beantwoorden
-theorie bekijken, wat weet je nog?
-'Test jezelf' op de Malmbergsite

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide