This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Schrijfvaardigheid
- artikel
- (zakelijke) brief
- (persoonlijke ) e-mail
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Aan het eind van deze les ken je de conventies van de 3 mogelijke opdrachten van je SE schrijfvaardigheid
Slide 2 - Slide
Je krijgt vaak een schrijfdoel en een tekstsoort opgegeven
Informatie geven Instructie ,zakelijke brief
Overtuigen Artikel, klachtenbrief
Mening geven Persoonlijke e-mail,
artikel jongeren
Tot handelen aanzetten Advertentie, sollicitatiebrief
Slide 3 - Slide
Leespubliek
Blijf consequent in je schrijfdoel en leespubliek
Altijd u, of juist altijd jij.
Slide 4 - Slide
Artikel
- Is een tekst voor een tijdschrift, een krant of een website
- Doel van een artikel: informeren, overtuigen of tot handelen aansporen
- Als je weet voor welk blad of krant kun je je taalgebruik daarop aanpassen
Slide 5 - Slide
Kenmerken artikel
Een (pakkende) titel: geeft het onderwerp van de tekst aan, wees volledig. Kun je het beste achteraf bedenken.
Alinea-indeling
o Witregels tussen tekstdelen
o Naam: onderaan vermeld je je naam en evt. je school en klas (hangt af van de opdracht)
Slide 6 - Slide
Kenmerken artikel
inleiding, kern en slot- verwerk ieder punt van de opdracht in je tekst.
Inleiding geeft antwoord op de vraag wie, wat, waar, wanneer. Verwerk hier de aanleiding van het schrijven van je artikel. Ook een korte beschrijving van het probleem/ de situatie past hier.
In de kern vertel je wat je wilt zeggen over het onderwerp. Hier komt de meeste informatie.
In het slot rond je het artikel af met bijvoorbeeld een conclusie of een samenvatting. Vaak het laatste punt van je opdracht.
Slide 7 - Slide
Zakelijke brief
Uitleg zakelijke brief
Slide 8 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk onderdelen van de zakelijke brief in de juiste volgorde op.
Slide 9 - Open question
Opbouw zakelijke brief
Jouw adres
plaats, datum
Adres geadresseerde,
Betreftregel,
Aanhef,
inleiding
kern,
slot,
slotgroet,
afzender
Let op: witregels tussen elk onderdeel, hoofdletters en leestekens
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Zakelijke brief
Slide 12 - Slide
zakelijke e-mail
Slide 13 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk onderdelen van de zakelijke e-mail in de juiste volgorde op:
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Tekstdoel Zakelijke e-mail
Bijvoorbeeld:
Je hebt een vraag aan je docent.
Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.
Tekstdoel Persoonlijke e-mail
Bijvoorbeeld:
Je hebt een leuk weekend gehad en daar wil je over vertellen.
Je wilt graag dat je neef of nicht in de kerstvakantie bij je komt logeren.