§2.3 Patronen: de politieke en sociale wereldkaart

§2.3 Patronen: De politieke en sociale wereldkaart
- deel 1

H2 Wereldbeeld

1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

§2.3 Patronen: De politieke en sociale wereldkaart
- deel 1

H2 Wereldbeeld

Slide 1 - Slide

    Wat verbeeldt de cartoon?
l

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Hoe staat het met het democratische gehalte van alle soevereine staten?
  • Je bent op de hoogte van de verschillende machtsblokken die er in de wereld zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Waar gaat deze kwestie over?
Noem 1 begrip. Denk sociaal-aardrijkskundig..

Slide 5 - Mind map

Qatar

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

In welke categorie 
zouden we Qatar indelen?
Autocratie en autoritairisme
Closed autocracies - Autocratie: een persoon heeft het voor het zeggen
Electoral autocracy - Autoritarisme: gebaseerd op ondergeschiktheid tegenover de staat, met ingeperkte mogelijkheid is om oppositie te vormen en een tegengeluid te laten horen.
Democratie
Electorale democratie - er wordt gestemd, de meerderheid heeft het voor het zeggen.
Liberale democratie - er wordt ook rekening gehouden met de belangen van minderheden en mensenrechten worden verdedigd.

Slide 8 - Slide

Qatar is een absolute monarchie en dus
A
Een electorale democratie
B
Een liberale democratie
C
Een autocratie
D
Een electorale autocratie

Slide 9 - Quiz

Politiek stelsel
Verschillende manieren van besturen:
  • Democratie: vrije verkiezingen (Nederland)
  • Beperkte democratie: gecontroleerde verkiezingen (Wit-Rusland)??? 
  • Dictatuur: autoritair bestuurd (N-Korea)

Slide 10 - Slide

Welke 3 grote veranderingen zijn er te zien? Waar hangen ze mee samen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ontwikkelingen sinds 1990
  1. Sinds 1990 neemt aantal democratische landen toe.
  2. Het democratisch gehalte in rijke landen is in het algemeen hoger dan in arme landen.
  3. Onderwijs kan bijdragen aan het democratisch gehalte van een land.

Slide 13 - Slide

In je eigen woorden: 1. Wat is een soevereine staat?
2. Gokje: Hoeveel zijn er wereldwijd?

Slide 14 - Open question

Soevereine staat
  • Mag als enige macht uitoefenen over bevolking en grondgebied
  • 2022: 195 staten


Slide 15 - Slide

Bestuurskracht
  • Zwakke staten: gezag niet in hele land -> Verschillende etnische en religieuze groeperingen.

  • 'Failed states'
controversiële term "mislukte staat"
een staat waarin de centrale overheid praktisch geen tot weinig controle heeft over het eigen grondgebied.

Slide 16 - Slide

Zelfstandig aan de slag
1. Nakijken 2.2 & vragen stellen over gemaakt werk
2. Lezen & maken 2.3: opdracht 1 t/m 3 en keuze 4 of 5 (2 lessen) -> maak de atlasopdrachten echt met de atlas
  • Planning
  • maandag 14/11 afsluitende les 2.3, 
  • woensdag 16/11 examentraining maken, 
  • maandag 21/11 bespreken examentraining

Slide 17 - Slide

Zijn deze kaarten objectief?

Slide 18 - Slide

Zijn deze kaarten objectief?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Machtsverdeling
  • Tot 1990: Bipolair
  • Welke landen zijn dit geweest?

  • Nu: ontstaan multipolair machtssysteem
  • Wereldwijd?
  • Regionaal? 

Slide 21 - Slide

Op zoek naar 'vrienden'
  • Grootmachten gaan op zoek naar 'vrienden'
  • Regionale samenwerkingsverbanden tussen kleine landen
(ASEAN, EU)


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Onderwijs, de motor tot ontwikkeling

  • Hoe?
  • Slecht onderwijs zorgt voor talentverlies --> terwijl een goed opgeleide bevolking een belangrijke voorwaarde is om op lange termijn tot ontwikkeling te komen.

Slide 24 - Slide

Conclusie
Hoe staat het met het democratische gehalte van alle soevereine staten?

Wat kan je hier nu over zeggen?

Slide 25 - Slide

Geen vrijheid 
Beperkte vrijheid 
Vrije staatsvorm 
Democratie 
Beperkte democratie 
Dictatuur 

Slide 26 - Drag question

Tijdens de Koude oorlog was de wereld vooral ...
A
bipolair
B
multipolair

Slide 27 - Quiz

Voor 1990 had de wereld een bipolaire economie, met 2 grootmachten. Welke grootmacht was er, naast de VS?
A
Rusland
B
China
C
Japan
D
Sovjet-Unie

Slide 28 - Quiz