4H - Les 9 - werkwoorden: ott en vtt en bijz. gev.

Gutentag
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gutentag

Slide 1 - Slide

PERIODE 3
heute:  Kapitel 4

Woche 13/14: einen persönlichen Brief schreiben

15. April: Deadline 'Projekt DDR'

Slide 2 - Slide

Kapitel 4 - Eine wirtschaftliche Reise
Grammatik:
A: trappen van vergelijking
B: woorden van vergelijking
C: wederkerende werkwoorden
D: zwakke werkwoorden en hulpwerkwoorden ott, ovt en vtt
E: werkwoorden met een voorvoegseltje

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'nachspielen'?
A
er het genachspielt
B
er hat nachgespielt
C
er hat nachgespielen
D
es hat nachspielt

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'benutzen'?

Slide 15 - Open question

Zet "Er legt sein Handy weg." in Perfekt:

Slide 16 - Open question

Oude mensen wassen zich niet vaak.
(alte Menschen - sich waschen - nicht oft)

Slide 17 - Open question

Ik ben in Hardenberg goed bekend.
(sich auskennen)

Slide 18 - Open question

Verwondt hij zich?
(sich verletzen)

Slide 19 - Open question

Verwondde hij zich?

Slide 20 - Open question

Heeft hij zich verwond?
(sich verletzen)

Slide 21 - Open question

Ik werkte bij de Lidl.
arbeiten - bei der Lidl

Slide 22 - Open question

Jullie werkten bij de Lidl.
arbeiten - Lidl

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide