What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden: ott en vtt en bijz. gev.
Gutentag
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Gutentag
Slide 1 - Slide
PERIODE 3
17. März: Kapitel 4
Woche 13/14: einen persönlichen Brief schreiben
15. April: Deadline 'Projekt DDR'
Slide 2 - Slide
Kapitel 4 - Eine wirtschaftliche Reise
Grammatik:
A: trappen van vergelijking
B: woorden van vergelijking
C: wederkerende werkwoorden
D:
zwakke werkwoorden en hulpwerkwoorden ott en vtt
E: werkwoorden met een voorvoegseltje
Slide 3 - Slide
Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Wat is de juiste vertaling van
"jullie hebben"?
A
ihr habt
B
sie habet
C
du hast
D
sie haben
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat is de juiste vertaling van "jij bent"?
A
du hast
B
du ist
C
du isst
D
du bist
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van "wij zijn"?
A
wir sein
B
wir sind
C
wir seid
D
wir waren
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord hören?
A
er hat gehört
B
er hat gehörd
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste wir-vorm in Perfekt van het werkwoord 'glauben'?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'bringen'?
A
er hat gebringt
B
er hat gebracht
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste jullie-vorm in Perfekt van het werkwoord 'gehen'?
A
ihr seid gegehen
B
ihr sind gegehen
C
ihr habt gegangen
D
ihr sein gegangen
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'antworten'?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Zet "Hier passiert nichts." in Perfekt:
Slide 20 - Open question
Zet 'Das interessiert mich." in Perfekt:
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'schwimmen'?
Slide 23 - Open question
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'nachspielen'?
A
er het genachspielt
B
er hat nachgespielt
C
er hat nachgespielen
D
es hat nachspielt
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'benutzen'?
Slide 26 - Open question
Zet "Er legt sein Handy weg." in Perfekt:
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
zich aankleden - sich anziehen
welke zin klopt WEL?
A
Ich ziehe mich an.
B
Wir ziehen sich an.
C
Du ziehst dir an.
D
Sie ziehen ihnen an.
Slide 30 - Quiz
Oude mensen wassen zich niet vaak.
(alte Menschen - sich waschen - nicht oft)
Slide 31 - Open question
Ik ben in Hardenberg goed bekend.
(sich auskennen)
Slide 32 - Open question
More lessons like this
4H - Les 9 - werkwoorden: ott en vtt en bijz. gev.
March 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4h - Les 3 P3 : Kapitel 4 werkwoorden
March 2022
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3bk - Les 7 - woorden + werkwoorden K4
March 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4M - Les 6 P2 - Starke verben
November 2021
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatik Kapitel 12
January 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Kraft 2
April 2020
- Lesson with
12 slides
Physics
Secondary Education
3bk - Les 5 - woorden + werkwoorden
March 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woche 1/2 vwo 11
September 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Secondary Education