Crisissituaties kunnen op verschillende manieren ontstaan. Je signaleert en onderneemt actie bij onvoorziene en crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen, problemen van somatische aard, grensoverschrijdend gedrag of veroorzaakt worden door calamiteiten of door ziekte. Je voert preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van een crisissituatie en verdere escalatie. Daarbij schat je het gevaar voor de zorgvrager, zichzelf en anderen in en grijpt indien nodig in waarbij je de veiligheid van de zorgvrager, betrokkenen en jezelf in de gaten houdt. Je roept de hulp in van collega’s en of deskundige(n) van andere disciplines. Tijdens een crisissituatie blijf je in contact met de zorgvrager. Je evalueert de crisissituatie met de zorgvrager, collega’s en betrokkenen en maakt zo nodig afspraken om herhaling te voorkomen. Het is belangrijk dat je goed weet hoe je een crisissituatie kunt voorkomen en wat je moet doen als het toch een keer uit de hand loopt