Uitleg van GOED-methode. Leg de methode uit met, als het kan, een voorbeeld uit eigen ervaring.
Geruststellen
Praat op kalme toon, stel jezelf voor en stel gerust. Probeer niet te verbeteren, maar wees juist bemoedigend in het contact.
Oogcontact
Maak oogcontact om na te gaan of je wordt begrepen. Geef de
persoon met dementie de tijd om te reageren. Gebruik korte zinnen en stel simpele vragen. Liefst één vraag per keer. Probeer geen vragen te stellen over dingen die kortgeleden zijn gebeurd.
Even meedenken
Vraag de persoon met dementie of je mag helpen. Leef mee met ideeën en wensen en betrek hem of haar bij de oplossing. Zeg wat je gaat doen.
Dankjewel
Sluit het gesprek goed af. Dank je wel dat je iemand met dementie hebt geholpen. Zo help jij mee Nederland dementievriendelijk te maken.
Aanvullende omgangstip: vat boosheid of wantrouwen van iemand met dementie niet persoonlijk op. En praat mét iemand met dementie en niet over iemand.
Wanneer pas je de GOED-methode niet toe?
Op het moment dat er gevaar dreigt en je gelijk moet ingrijpen.