1 We gaan vrijdag naar de bioscoop, want er draait een nieuwe James Bond.
2 Deze tweedehands Batavus kostte maar honderd euro, dus het was een koopje.
3 Als mijn vader in april naar Brussel gaat, neemt hij Belgische bonbons voor me mee.
4 ’s Zomers zwemt Imke twee keer per week, maar in de winter niet.
5 Heeft jullie vakantiehuisje op Kreta een balkon op het zuiden of op het noorden?
6 ’s Ochtends probeerde Daan zijn drumstel uit, zodat zijn moeder, oma en tante Corrie het huis uit vluchtten.