Quiz tweede wereldoorlog

Vanaf wanneer tot wanneer speelt de tweede wereldoorlog zich af
A
1939-1945
B
1940-1945
C
1919-1939
D
1933-1945
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Vanaf wanneer tot wanneer speelt de tweede wereldoorlog zich af
A
1939-1945
B
1940-1945
C
1919-1939
D
1933-1945

Slide 1 - Quiz

Met de inval in welk land begon de tweede wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 2 - Quiz

Wanneer werd Hitler kanselier
A
1933
B
1929
C
1922
D
1932

Slide 3 - Quiz

Welke reden van Hitler om de Sovjet-Unie aan te vallen is niet juist?
A
Hitler wilde meer grond voor de Duitsers
B
Hitler haatte het communisme
C
Hitler had producten nodig voor de oorlog
D
Sovjet-Unie wilde niet samenwerken

Slide 4 - Quiz

Waarom tekende Stalin het molotov ribbentrop-pact?
A
Hij was bevriend met Hitler
B
Hij had tijd nodig om het leger op te bouwen
C
Stalin was bang voor Hitler
D
Stalin wilde samen met Hitler Europa veroveren

Slide 5 - Quiz

Hoe wordt de overname van Oostenrijk genoemd?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Kamikaze
D
D-Day

Slide 6 - Quiz

Op de conferentie van Munchen wordt besloten dat Oostenrijk bij Duitsland hoort
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke groep wordt niet aangesproken door de ideeën van de NSDAP?
A
Werklozen
B
Middenstanders
C
Eigenaren grote bedrijven
D
Communisten

Slide 8 - Quiz

A. Rijksdagbrand
B. Hitler rijkskanselier
C. verkiezingen 1933
D. Machtigingswet
A
A B D C
B
B D C A
C
D A C B
D
C B A D

Slide 9 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
Nationalisme
B
Holocaust
C
Propaganda
D
Antisemitisme

Slide 10 - Quiz

Gelijkschakelen was het doel van het nazi bestuur in Nederland. Dit betekent:
A
Direct zoveel mogelijk anti-joodse maatregelen invoeren
B
De NSB zoveel mogelijk betrekken bij het bestuur.
C
Nederlandse organisaties moesten de nazi-ideologie uitdragen.
D
Nederland met harde hand onderdrukken

Slide 11 - Quiz

Door welke gebeurtenis eindigde WO II?
A
De atoombom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
D-Day
D
Operatie Market-Garden

Slide 12 - Quiz

Waar staat de naam D-Day voor?
A
Decision-Day
B
Decisive-Day
C
Difficult-Day
D
Dark-Day

Slide 13 - Quiz

Welke gebeurtenis vond eerder plaats?
A
D-day
B
hongerwinter

Slide 14 - Quiz

De slag om Stalingrad begon in
A
1941
B
1942
C
1940
D
1943

Slide 15 - Quiz

Wat of wie herdenken wij op 4 mei??

A
Alle oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien
B
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
C
Het einde van de Tweede Wereldoorlog
D
De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien

Slide 16 - Quiz