clase 4 - P3 - miércoles 7 de febrero 2024

Les 4 - P3 - miércoles 7 de febrero de 2024
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 4 - P3 - miércoles 7 de febrero de 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen:

1. Ik oefen met de nieuwe woordenschat m.b.t. persoonlijke eigenschappen

2. Ik leer hoe ik uiterlijke kenmerken van personen kan beschrijven




Slide 2 - Slide

Eigenschappen van mensen
sociable
trabajador(a)
honest@
simpátic@
alegre
cariños@
de buen humor
travies@
seri@
deportiv@
espontáne@
independiente
tímid@
abiert@
positiv@
Beschrijven van eigenschappen doe je met behulp van het werkwoord 'SER' (=zijn)

Mi hermano es (muy) serio.   Mi hermana no es seria.
Soy muy trabajador.                No soy una persona abierta.

Slide 3 - Slide

¿Qué tipo de persona eres?
Soy una persona .................................

No soy muy ...........................................

Mi madre/padre esa una persona ......................................

Mi amigo/amiga ..... es (muy) ...............................................
trabajador(a) - sociable - seri@ - tímid@ - honest@ - espontáne@ - sensible - vag@

Slide 4 - Slide

El estado civil (+ estar)
Estar casado/casada                                  Getrouwd zijn
Estoy casada --> Ik ben getrouwd
Estar divorciado/divorciada                    Gescheiden zijn
Mi hermana está divorciada --> Mijn zus is gescheiden
Estar soltero/soltera                                   Vrijgezel/single zijn
¿Estás soltera? --> Ben je vrijgezel?
Estar viudo/viuda                                         Weduwnaar/weduwe zijn

Slide 5 - Slide

Uiterlijke
kenmerken

TENER = hebben

LLEVAR = 'dragen'

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe zie ík eruit?

Tengo:                                                       Soy:
el pelo liso/corto/largo/...                baj@ / alt@
los ojos azules/verdes                      rubi@ / moren@
/marrones/ ...                             

Llevo (=ik draag):
barba / bigote / gafas                        

Slide 8 - Slide

¡A trabajar! - blz. 82/83

Slide 9 - Slide

Wat zijn Carlota, Pedro en Raquel voor personen? - blz. 83 - 
  • Carlota es la sobrina de Irene. Ella es sensata y sociable. Ella es alta, rubia y ella tiene el pelo largo.
  • Pedro es el padre de Irene. Él tiene canas (=grijs haar). Es anciano, pero parece más joven. Es activo y deportivo.
  • Raquel es la madre de Irene. Es una persona cariñosa. Ella es baja, tiene el pelo blanco y los ojos verdes. Ella es solícita.

Slide 10 - Slide

Wat zijn Carlota, Pedro en Raquel voor personen? - blz. 83 - 
  • Carlota is mijn nicht. Ze is de dochter van mijn zus Gloria en mijn zwager Enrique. Carlota is verstandig, ze is lang en ze heeft lang haar.
  • De oudere meneer is mijn vader Pedro. Hij heeft grijs haar, en hij is niet dik en niet dun. Hij is wat ouder, 83 jaar, maar hij lijkt jonger. Hij is actief en sportief.
  • Raquel is mijn moeder. Ze is het liefst van iedereen. Ze is kort, heeft blond haar, groene ogen en een mooie glimlach. Mijn ouders zijn zorgzaam.


Slide 11 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide