Instructie 11 - 2HAVO

Toets Natuurkunde
Toetsstof (alles dat we op afstand behandeld hebben):
- H3 (van paragraaf 1, 3 en 4 de ‘plus’) (NIET: Kristallen (blz 55, 56))
- H7, Alleen paragraaf 1 en 2 (van paragraaf 1 de ‘plus’)

* op de toets zullen de hoofdstukken duidelijk van elkaar gescheiden zijn, zodat er daarover geen verwarring zal zijn.

Informatie
- Toets duurt 50 minuten en telt 3x mee
- Toetsmoment: 3 juli 14:15 - 15:15
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets Natuurkunde
Toetsstof (alles dat we op afstand behandeld hebben):
- H3 (van paragraaf 1, 3 en 4 de ‘plus’) (NIET: Kristallen (blz 55, 56))
- H7, Alleen paragraaf 1 en 2 (van paragraaf 1 de ‘plus’)

* op de toets zullen de hoofdstukken duidelijk van elkaar gescheiden zijn, zodat er daarover geen verwarring zal zijn.

Informatie
- Toets duurt 50 minuten en telt 3x mee
- Toetsmoment: 3 juli 14:15 - 15:15

Slide 1 - Slide

Natuurkunde - Week 11 - terugblik week 9
Ik heb inmiddels "inleveropdracht 9" nagekeken je kunt bekijken wat je goed en fout gedaan hebt. Dit doe je door opnieuw op de "inleveropdracht 9" te klikken.

Er waren een aantal vragen die veel van jullie niet helemaal goed maakten, hierom wil ik deze bespreken. Bekijk daarvoor de volgende dia's. Je ziet hier eerste de vraag, hierna de uitleg.

Slide 2 - Slide

De trillingstijd van een gitaarsnaar is
2 ms. Wat is de frequentie? (geef een korte berekening)

Slide 3 - Open question

Uitleg vraag 1 - deel 1
Wat bij deze vraag vaak mis ging (bij andere vragen ook) 
is het omzetten van milliseconden naar seconden




Dit betekent dus: 2 ms = 0,002 s
ms     s
: 1000
x 1000

Slide 4 - Slide

Uitleg vraag 1 - deel 2
Je weet nu dat T = 0,002 s.
Er wordt gevraagd om frequentie (f)
De formule is:


invullen:

f=T1
f=0,0021=500Hz

Slide 5 - Slide

Een hondenfluitje geeft een toon met een frequentie van 22000 Hz. Wat is de trillingstijd van deze toon? Geef je antwoord in milliseconden.

Slide 6 - Open question

Uitleg vraag 2 - deel 1
Je weet dat de frequentie 22000 Hz is, f = 22000 Hz
Er wordt gevraagd om frequentie (T)
De formule is:


invullen:

T=f1
T=220001=0,000045s
omzetten naar ms
x 1000
0,045ms

Slide 7 - Slide

LET OP!
Veel van jullie maakten de fout door verkeerd af te lezen op je rekenmachine. Veel van jullie vergaten de wetenschappelijke notatie van hun rekenmachine goed over te nemen.
In de rekenmachine stond                             maar een aantal
van jullie nam alleen 4,5 over. 
Bekijk het onderstaande filmpje (2 min) voor uitleg.

4,5105

Slide 8 - Slide

Kursat heeft een naald die aan een trillende stemvork vastzat, over een beroete glasplaat getrokken. In de figuur is een stukje van de glasplaat op ware grootte afgebeeld. De frequentie van de stemvork is 80 Hz.

Hoeveel trillingen zijn er op de glasplaat te zien?

Slide 9 - Open question

Uitleg vraag 2
Je kan hier het aantal trillingen tellen. Dit kan je van top tot top doen, of van dal tot dal. Bij dit voorbeeld tel ik van top tot top.

Je ziet dat er 12 trillingen zijn.
1        2        3        4        5       6        7        8       9        10     11         12

Slide 10 - Slide

Kursat heeft een naald die aan een trillende stemvork vastzat, over een beroete glasplaat getrokken. In de figuur is een stukje van de glasplaat op ware grootte afgebeeld. De frequentie van de stemvork is 80 Hz.

In hoeveel tijd is dit stukje golfspoor getekend?

Slide 11 - Open question

Uitleg vraag 3 - deel 1
Er wordt hier gevraagd om de tijd die het duurde om de afbeelding te maken.
In de tijd dat de afbeelding gemaakt was, waren er 12 trillingen (zie vorige vraag)
Ofwel, de tijd dat de afbeelding gemaakt was, was gelijk aan 12 trillingstijden (12 tijden van een trilling)

Slide 12 - Slide

Uitleg vraag 3 - deel 2
We moeten eerst weten wat 1 trillingstijd is, dan kunnen we ook weten wat 12 trillingstijden zijn.

Je weet dat de frequentie 80 Hertz is, f = 80 Hz.
Je weet de formule voor trillingstijd.
 

invullen:


1 trillingstijd is dus 0,0125 sec., dit betekent dat 12 trillingtijden 0,15 sec. zijn (12x0,0125=0,15)
Het antwoord is dus 0,15 seconden.
T=f1
T=801=0,0125s

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
  • Bekijk je resultaat dat je gehaald hebt met inleveropdracht 9. Bekijk wat je goed en fout gedaan hebt.
  • Ga nog een klein beetje herhalen met inleveropdracht 11. Hierin komen zowel opdrachten van H3 als H7 terug.
  • Maak deze serieus, ik bekijk het resultaat

Slide 14 - Slide