9.3 transformator

9.3 transformator 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

9.3 transformator 

Slide 1 - Slide

Wat is het symbool voor vermogen
A
P
B
U
C
I
D
E

Slide 2 - Quiz

Wat is hoogspanning?
A
De spanning door een stroomdraad die hoog boven de grond hangt
B
De spanning die groter is dan 10 000 Volt
C
De spanning van het stopcontact
D
De spanning tussen twee ruziënde ministers of presidenten

Slide 3 - Quiz

Wat is er nodig om elektrische stroom op te wekken?
A
spoel en een stroomdraad
B
warmte
C
een bewegende magneet en een spoel
D
een bewegende magneet

Slide 4 - Quiz

Waarom wordt elektrische stroom vervoerd bij een zo hoog mogelijke spanning?
A
Gewoon omdat het kan
B
Om de stroom zo snel mogelijk bij de huizen te krijgen
C
Dan ontstaat er meer elektrische energie
D
Dan is er minder energie verlies

Slide 5 - Quiz

Bij een elektriciteitscentrale wordt er warmte opgewekt.
Waarvoor wordt die warmte gebruikt?
A
Om stoom te krijgen
B
Om de magneet te laten draaien
C
Om de spoel te laten draaien
D
om koelwater te kunnen gebruiken

Slide 6 - Quiz

10 kV - 400 kV
Elektriciteitscentrale

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat doet een trafo?
Wisselspanning
Primaire spoel
1
Secundaire spoel
2

Slide 10 - Slide

Primaire spoel
1
Secundaire spoel
2

Slide 11 - Slide

Er loopt geen stroom van de linkerspoel naar de rechterspoel.

Wel wordt het magnetische veld doorgegeven.


Slide 12 - Slide

2* zoveel wikkelingen aan de rechterkant.

Dus 2* zoveel energie wordt opgepikt oftewel spanning

Maar de stroom wordt 2* zo langzaam.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

transformator

Slide 15 - Slide

werking transformator
  1.  Wanneer men een wisselspanning aan sluit op de uiteinden van de primaire spoel, dan loopt er een wisselstroom door de spoel en wordt de primaire spoel afwisselend wel/niet magnetisch.
  2. De weekijzeren kern neemt dit wisselende magneetveld over. 
  3. De wijkijzeren kern loopt door zowel de primaire spoel als de secundaire spoel. Er ontstaat dus ook in de secundaire spoel  een magneetveld. Hierdoor wordt er een wisselspanning opgewekt in de secundaire spoel en gaat er een wisselstroom lopen door de secundaire spoel.

    Spanning is een maat voor de energie die geleverd wordt. Energie gaat niet verloren, dus in theorie komt de elektrische energie die in de primaire spoel wordt opgenomen in de secundaire spoel weer vrij. 

Slide 16 - Slide

omhoog/omlaag transformeren
Het aantal wikkelingen van de spoel bepaald de hoogte van de spanning.

veel wikkelingen = hoge spanning (lage stroom)
weinig wikkelingen = lage spanning (hoge stroom)

spanning wordt omlaag getransformeerd (Up > Us):
wanneer de primaire spoel meer windingen heeft dan de secundaire spoel (Np > Ns)

spanning wordt omhoog getransformeerd (Us > Up):
wanneer de secundaire spoel meer windingen heeft dan de primaire spoel (Ns > Np)

Slide 17 - Slide

Formule:

Formule voor een transformator



Een transformator:
Dit kun je ermee:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is het secundaire aantal windingen ?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Hoe groot is Us?

Slide 23 - Slide

hoe groot is Us?

Slide 24 - Open question

aan de slag
maken 4 t/m 10 
paragraaf 9.3

Slide 25 - Slide

Een transformator werkt met
A
Gelijkspanning
B
wisselspanning
C
zowel wissel als gelijkspanning

Slide 26 - Quiz

In een transformator wordt de spanning naar beneden gebracht.
Wat weet je over deze transformator?
A
De primaire spoel heeft meer windingen dan de secundaire spoel.
B
De secundaire spoel heeft meer windingen dan de primaire spoel.

Slide 27 - Quiz

Hoeveel spoelen heeft een transformator?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 28 - Quiz

wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen

Slide 29 - Quiz

Een transformator heeft twee spoelen.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

De linkerspoel in deze transformator noem
je de .............. en de rechterspoel de .................... .
A
primaire spoel; secundaire spoel
B
secundaire spoel; primaire spoel
C
primaire spanning; secundaire spoel
D
primaire spoel; secundaire spanning

Slide 31 - Quiz

Bereken Ns van de transformator.

Slide 32 - Open question

Bereken Up van de transformator.

Slide 33 - Open question

Wat geldt bij een ideale transformator?
A
Pp = Ps
B
Up = Us
C
Ip = Is
D
Np = Ns

Slide 34 - Quiz

ideale transformator
voor een ideale transformator geldt:

P primair = P secundair

P = U x I, dus geldt:

Up x Ip = Us x Is

Wanneer U groot is, dan is I dus klein en andersom!!!!

Slide 35 - Slide

aan de slag
maken 11 t/m 15

Slide 36 - Slide

Een accu van een telefoon heeft een capaciteit van 1.810 mAh. Na 14 uur is de accu leeg. 
Bereken de gemiddelde stroomsterkte.

Slide 37 - Slide

Gegeven
C = 1.810 mAh
t = 14 uur
Gevraagd
I = ... mA
Oplossing
I = C / t
I = 1.810 / 14
I = 129 mA


Slide 38 - Slide

Een batterij van 1,5 V levert gedurende 3 uur 1,6 A en is dan leeg. Bereken de capaciteit

Slide 39 - Slide

Gegeven
t= 3 uur
I = 1,6 A
I = 1.600 mA
Gevraagd
C = ... mAh
Oplossing
C = I x t
C = 1.600 x 3
C = 4.800 mAh


Slide 40 - Slide

Hoe plaats je batterijen?
In serie:
  • De spanning optellen
  • De capaciteit blijft gelijk

Parallel:
  • De spanning blijft gelijk
  • De capaciteit optellen

Slide 41 - Slide

maken 
opgaven 3 t/m 7 van 9.4

Slide 42 - Slide

maken
8 t/m 13 van 9.4

Slide 43 - Slide