Grammatica - zinsontleden Les 1 Herhaling + §3 Samentrekking

Welkom havo 3

- Woensdag is de formatieve s.o. Struikelblokken. 
- Cursus 5 Grammatica zinsdelen  (korte herhaling van vorig
   jaar) en nieuw §3 Samentrekking.
- Cursus 6 Formuleren §2 Samentrekking controleren.
- Vergeet woensdag je leesboek niet!
- We starten met het lezen van een krantenartikel.

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom havo 3

- Woensdag is de formatieve s.o. Struikelblokken. 
- Cursus 5 Grammatica zinsdelen  (korte herhaling van vorig
   jaar) en nieuw §3 Samentrekking.
- Cursus 6 Formuleren §2 Samentrekking controleren.
- Vergeet woensdag je leesboek niet!
- We starten met het lezen van een krantenartikel.

Slide 1 - Slide

Zinsontleden 
H3C
 
H3D
 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft Tara de dure vaas op de grond laten vallen.
A
Heeft
B
De dure vaas
C
Tara
D
Gisteren

Slide 4 - Quiz

Wat is het correcte werkwoordelijk gezegde bij deze zin:
Vorige week heb ik vijf kilometer gewandeld.
A
Heb
B
Heb gewandeld
C
Heb ik gewandeld
D
Vorige week

Slide 5 - Quiz

Morgen heb ik geen huiswerk.
Hoe noemen we het zinsdeel 'Morgen' in deze zin?

Slide 6 - Open question

De docent legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 7 - Open question

Wat is het onderwerp?
De winnaars gaf de burgemeester een mooi aandenken.

Slide 8 - Open question

Mijn buurvrouw heeft een hele lieve hond.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Mijn buurvrouw
B
Hond
C
Heeft
D
Een hele lieve hond

Slide 9 - Quiz

Ik heb mijn oude boeken aan mijn jongere broertje gegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
aan mijn jongere broertje
B
broertje
C
mijn jongere broertje
D
jongere broertje

Slide 10 - Quiz

Elke donderdagavond eten mijn moeder en ik sushi op de bank.
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 11 - Quiz

Mijn beste vrienden wonen aan de andere kant van de stad.
Wat is het onderwerp?
A
Beste vrienden
B
De stad
C
Mijn beste vrienden
D
De andere kant van de stad

Slide 12 - Quiz

Noem de koppelwerkwoorden.

Slide 13 - Open question

Let op het verschil:
Hij schijnt ziek (ng). Hij schijnt met zijn zaklamp (wg).
Hij is docent (ng). Hij is in Spanje (wg).

Slide 14 - Slide

wg of ng
De fiets was snel gerepareerd.
A
wg
B
ng

Slide 15 - Quiz

Benoem het gezegde en geef aan of het een wg of ng is.
Hij is altijd een deugniet geweest.

Slide 16 - Open question

§3 Samentrekking
Je leert verschillende soorten samentrekkingen herkennen en gebruiken.


Slide 17 - Slide

Samentrekking

Slide 18 - Slide

Theorie - samentrekking
Samentrekking houdt in dat een woord(deel) of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt.

 Gewone zin = "Je kunt bij hem niet alleen nieuwe computerspelletjes kopen, maar je kunt bij hem ook oude computerspelletjes kopen."

 Verkorte zin =  "Je kunt bij hem niet alleen nieuwe (computerspelletjes kopen), maar (je kunt bij hem) ook oude computerspelletjes kopen."



Slide 19 - Slide

Bij een samentrekking laat je, waar dat kan, dubbelingen in een zin weg.

Slide 20 - Slide

Het weglaten kan op drie niveaus:

- woordniveau
- woordgroepniveau
- zinsniveau

Slide 21 - Slide

woordniveau

Hier ligt een stapel studieboeken en -schriften.

Je laat een woorddeel weg: studie.

Slide 22 - Slide

woordgroepniveau

Hier ligt een stapel met oude en nieuwe kleren.
Je laat één of meerdere woorden binnen een zinsdeel weg: kleren

Slide 23 - Slide

zinsniveau

Hier ligt een stapel boeken en daar ook.

Je laat één of meerdere zinsdelen weg: ligt - een stapel boeken

Slide 24 - Slide

achterwaarts en voorwaarts
Achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvóór weggelaten: in- en uitademen.

Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten: kerstballen en -slingers. 

Slide 25 - Slide

Zij doet werk op gemeentelijk en op provinciaal niveau.

A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking

Slide 26 - Quiz

De trainer leert je onderhands werpen en bovenhands.
A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking

Slide 27 - Quiz

De outlet heeft schitterende zomer- en winterjassen in de aanbieding.

A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking

Slide 28 - Quiz

Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.

A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 29 - Quiz

In de plannen van het nieuwe kabinet kan en zal iedereen erop vooruitgaan.


A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 30 - Quiz

Hans wast de nieuwe kleren van Marc en van Marie


A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 31 - Quiz

Opdrachten
Open je boek op bladzijde 210 - opdracht 1 -  a t/m c doen we klassikaal daarna maken jullie opdracht 2 -  a t/m c en opdracht 3 - a t/m c in je schrift.  Digitaal opdracht 6B (zie planning NN).
Dit is huiswerk voor woensdag.

Slide 32 - Slide