Module 3.5: Kringlopen

Module 3.5: Kringlopen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Module 3.5: Kringlopen

Slide 1 - Slide

Deze les:
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe voedselketens een voedselkringloop vormen.
  • Je kunt uitleggen hoe fotosynthese en verbranding samenwerken.
  • Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
  • Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.


Slide 2 - Slide

Producenten
Producenten = Planten

Planten zijn als enige groep organismen niet afhankelijk van andere organismen. 

Planten produceren hun eigen voedingsstoffen (glucose)
  • Bij fotosynthese 


Slide 3 - Slide

Consumenten 
Consumenten zijn organismen die leven van de voedingsstoffen die geproduceerd zijn door een ander organisme (plant).


Dieren zijn consumenten en kunnen in groepen worden ingedeeld op basis van hun dieet.

Slide 4 - Slide

Consumenten: afvaleters
  • Afvaleters zijn consumenten die dode (delen van) organismen eten. 
  • (Resten van) dode dieren 
  • Afgevallen bladeren van bomen. 
  • Overige dode resten van organismen.

Slide 5 - Slide

Reducenten
De resten die afvaleters achterlaten, worden verder afgebroken door bacteriën en schimmels. Zij zijn reducenten. 

Ze breken de organische stoffen uit dode dieren en planten af tot anorganische stoffen:
  • Water
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Mineralen

Slide 6 - Slide

Kringloop van stoffen
Planten kunnen de anorganische stoffen die bacteriën en schimmels hebben gemaakt opnemen.

Zo ontstaat er een kringloop. 

Slide 7 - Slide

Kringlopen
In de natuur komen meerdere kringlopen voor, wij kennen nu:
  • Kringloop van fotosynthese en verbranding
  • Levenscyclus van de mens
  • Levenscyclus van de plant
  • Menstruatiecyclus
  • Voedselkringloop 
  • Kringloop van stoffen 

Slide 8 - Slide

Organische en anorganische stoffen
De stoffen waaruit organismen zijn opgebouwd kun je verdelen in twee groepen: 
  • Organische stoffen 
  • Anorganische stoffen

Slide 9 - Slide

Organische stoffen
Organische stoffen zijn stoffen waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd. 

Voorbeelden zijn:
  • Koolhydraten (glucose en zetmeel)
  • Eiwitten
  • Vetten

De organische stoffen die in de natuur voorkomen, zijn altijd door organismen gevormd. 

Organische stoffen zijn rijk aan energie.  


Slide 10 - Slide

Anorganische stoffen
Anorganische stoffen komen zowel
in organismen voor als in de
levenloze natuur. 
Voorbeelden van anorganische stoffen zijn:
  • Water
  • Mineralen (ijzer, natrium, calcium, fosfor, magnesium, kalium, chloor, etc.)

Anorganische stoffen bevatten weinig energie, maar zijn wel belangrijk voor organismen. 


Slide 11 - Slide

De koolstofkringloop
Je hebt geleerd dat fotosynthese en verbranding samen een kringloop vormen. 

Ook heb je geleerd over de kringloop van stoffen. Een onderdeel van deze kringlopen is de koolstofkringloop. 

 

In de afbeelding hiernaast kun je zien hoe koolstof voorkomt in de lucht, in planten, in dieren en in bacteriën en schimmels. 

Slide 12 - Slide

Opbouw van stoffen
Stoffen zijn opgebouwd uit atomen.
 Atomen zijn de kleinste deeltjes waaruit  iets kan  
bestaan. In de koolstofkringloop komen de
volgende atomen voor:
  1. Koolstof = C
  2. Waterstof = H
  3. Zuurstof = O


Slide 13 - Slide

Opbouw van stoffen
Meerdere atomen vormen moleculen. 
Hoe moleculen (stoffen) zijn opgebouwd kun je zien aan de scheikundige naam van die stoffen.

Slide 14 - Slide

Fotosynthese en verbranding
Koolstofdeeltjes (C) komen dus voor in verschillende stoffen. Ze veranderen steeds van plaats. 

Fotosynthese: de koolstofdeeltjes die eerst in koolstofdioxide zitten, worden tijdens fotosynthese ingebouwd in de stof glucose.
Verbranding: er gebeurt het omgekeerde. Glucose wordt afgebroken en de koolstofdeeltjes komen in koolstofdioxide terecht.
Zo ontstaat de koolstofkringloop.


Slide 15 - Slide

De koolstofkringloop
De koolstofkringloop begint en eindigt bij de plant. 

 

De C-deeltjes (koolstof) gaan steeds rond. In de kringloop zitten de C-deeltjes dus steeds weer in een andere stof 'ingebouwd'. 

Slide 16 - Slide

Zijn er nog vragen:

Slide 17 - Slide

Aan de slag:
Lees en maak je leerdoelen in je Portal. Zorg ervoor dat je Module 3.5: Kringloop doorneemt:
Lezen: Neem de theorie goed door om de basis te begrijpen.
Maken: Werk de opdrachten stap voor stap uit.
Oefenen: Herhaal de oefeningen om de stof beter onder de knie te krijgen.
Maak het onderdeel "Test jezelf" om te checken of je alles begrijpt.

Als je ergens tegenaan loopt of iets niet begrijpt, stel gerust vragen!
Je docent staat klaar om je te helpen.
                                                                                             Succes!

Slide 18 - Slide